Rogier van Dam: ‘In mijn tijd was de studiedruk minder hoog’

Na omzwervingen in de advocatuur en de rechterlijke macht kwam Rogier van Dam (46) tien jaar geleden tot de ontdekking dat onderwijs ‘zijn ding’ is. De getrouwde vader van drie kinderen is hoofddocent HBO-Rechten aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en daarnaast betrokken bij onder meer de Beroepsopleiding Advocaten en columnist bij verderdenken.nl.

Door Ilona Mertens

Van Dam volgde zijn rechtenstudie aan de Universiteit van Amsterdam (1989-1993). Hij beschouwde zijn studietijd niet als extreem zwaar, maar wel als indrukwekkend. ‘Het is een nieuwe fase in je leven met veel vrijheid en de verantwoordelijkheid om daar een beetje goed mee om te gaan.’ Als student speelde Van Dam (alt)viool, aansluiten bij het orkest van de UvA (het Sweelinck-orkest) was daarom een logische stap. ‘Muziek was de rode draad in mijn studietijd. Hoogtepunten waren twee tournees met het Nederlands Studenten Orkest.’ Naast muziek maken deed hij onder meer bestuurswerk en was hij buitengriffier bij het gerechtshof in Amsterdam.

Van Dam vertelt dat in zijn tijd de studiedruk minder groot was. ‘Je moest natuurlijk wel je tentamens halen en je kon niet oneindig herkansen, maar een bindend negatief studieadvies bestond toen bijvoorbeeld nog niet. Even een ‘break’ van een paar maanden kon vroeger nog wel. Tegenwoordig is dat lastiger, dan gaan er gelijk alarmbellen af. Misschien zit daar wel het grote verschil: tegenwoordig kan en wordt alles veel beter geregistreerd. Zo’n vergrootglas alleen voert de druk al op. Even onder de radar verdwijnen is dan veel moeilijker’.

Docentschap
Toen Van Dam na zijn studie begon als jonge onderzoeker bij de Universiteit Utrecht was onderwijs ‘slechts’ een onderdeel van zijn werk. Van Dam had er nooit aan gedacht om definitief docent te worden, tot tien jaar geleden. ‘In het onderwijs ben je veel meer aan het bouwen dan in de praktijk: het opzetten en bijschaven van vakken, steeds zoeken naar mogelijkheden om het onderwijs beter te maken; dit met als doel studenten op te leiden tot goede juristen. Ik kan mijn creativiteit daar heel goed in kwijt.’ Sindsdien doceert hij voornamelijk bestuursrecht. ‘Wat mij steeds weer intrigeert is dat bestuursrecht een combinatie is van enerzijds redelijk praktische vragen (moet iemand wel of niet gehoord worden? Tot en met welke dag loopt de beroepstermijn?) en anderzijds van veel principiëler vragen over de rol van de overheid en de relatie met de burger.’ Overigens betekent dit niet dat hij niets anders meer wil, maar wel ziet hij het onderwijs als thuisbasis.

Van Dam vindt het belangrijk dat studenten niet simpelweg losse feitjes uit hun hoofd leren. ‘Dit is vermoeiend en levert nauwelijks blijvende kennis op. Studenten moeten de juridische systemen doorzien en juridische leerstukken begrijpen. Als dat lukt, hoef je er dus niet meer op te studeren. En als je het systeem doorziet, zijn wetsartikelen en jurisprudentie ook geen losse brokjes informatie, maar vallen ze veel beter op hun plek.’

Werkdruk
Over zijn werkdruk zegt hij: ‘In het onderwijs is het werk afwisselend, nooit klaar en werk je doorlopend met deadlines. Je hebt er een specifiek soort conditie voor nodig. Ik heb mensen met een stevige juridische praktijk helemaal zien vastlopen in het onderwijs – een bokser is niet automatisch ook een goede marathonloper. Als je – zoals ik – daarnaast ook nog andere dingen wilt doen, is je tijd snel gevuld. Maar veel werken is voor mij wat anders dan werkdruk/stress.’

Feit is dat studenten regelmatig klagen dat zij lang moeten wachten op hun tentamencijfer. Van Dam betoogt dat de mens, en docenten dus ook, van nature maar een beperkte capaciteit heeft en dat menselijke handelingen allemaal tijd kosten. Wel bieden nieuwe technologische mogelijkheden de kans om principieel anders te werken. ‘Ik geloof niet dat alles zal veranderen, maar de mogelijkheden maken ons wel meer bewust van de inrichting van ons huidige onderwijs, inclusief de beperkingen. Het grote voordeel van computers is dat ze een veel grotere capaciteit hebben en veel sneller zijn dan de mens. Mijn verwachting is dan ook dat we op termijn volledig zullen overgaan op digitale toetsing. En geloof me: dan heb je binnen een minuut de uitslag van je tentamen. Maar tegen die tijd zal zo’n minuut ook wel héél lang duren.’

Juridische ontwikkelingen
Niet alleen in het onderwijs komen er steeds meer technische mogelijkheden, ook de juridische wereld staat niet stil. ‘Met name legal tech en legal design zijn interessante ontwikkelingen. Wat mij bij legal tech het meest intrigeert, is niet eens zozeer of en wanneer de computer een rechter kan vervangen, maar juist de keerzijde: wat voor type en hoeveel juristen heb je straks eigenlijk nog nodig? Wat is op termijn de meerwaarde van een jurist boven een computer? Langzaamaan worden we gedwongen om heel goed na te denken over dit soort tamelijk existentiële vragen. Bij legal design worden meerdere disciplines (recht, tech en design) met elkaar gecombineerd. Dat interdisciplinaire is al leerzaam, maar nog mooier is dat legal design steeds de gebruiker, vaak de burger, centraal stelt. Legal design past dus heel goed bij de ‘responsieve rechtsstaat’ en alle onderzoeken waar uit blijkt dat veel burgers moeite hebben met alle regels.’

De docent ziet het ook terug in de rechtenopleiding. ‘De HBO-jurist is in opkomst, een mooie ontwikkeling. Je hebt niet altijd een universitair geschoolde jurist nodig. HBO-Rechten is een beroepsopleiding, we kijken continue naar wat de praktijk nodig heeft en verwerken dat in de opleiding. We geven al jaren vaardighedenvakken naast kennisvakken.’

Ook de eigen manier van werken van Van Dam is veranderd door onder andere de technologie. ‘Vroeger bleef ik voornamelijk op de hoogte van juridische nieuwigheden door veel mensen te spreken en handboeken te lezen. Tegenwoordig gebruik ik voornamelijk internet. Zo publiceert de Raad van State elke woensdagochtend uitspraken en binnen een paar uur heb je via social media al de eerste signaleringen en reacties op je scherm. Verder worden er veel interessante blogs geschreven.’

Eigen blog
Van Dam blogt zelf ook op verderdenken.nl. Zo schreef hij bijvoorbeeld een column over taalfouten in de wetgeving. ‘De meest gemaakte juridische fouten zijn redeneerfouten. Kennelijk is het lastig om altijd zuiver te redeneren. Ik vraag me soms af of we het juridische systeem niet eenvoudiger kunnen opbouwen. Niet alleen voor de burger, maar ook voor onszelf. Wat mij betreft zouden juridische opleidingen veel meer aandacht aan logica mogen besteden.’

Afsluitend een tip
Ten slotte wil hij rechtenstudenten nog een tip meegeven: ‘Hoe moeilijk en abstract het recht soms ook lijkt, realiseer je dat het recht door mensen zoals jij en ik wordt gemaakt. De complexiteit van het recht kan daarom dus ook eigenlijk niet het menselijk begripsvermogen overstijgen. Het recht draait heel vaak om menselijke relaties en emoties – ze werken samen, willen iets regelen en verschillen van mening. Wie oog houdt voor die herkenbare menselijke relaties, begrijpt de juridische problemen en oplossingen ook sneller.’