Rechter in opleiding Jos Vink: ‘Ik moest in Afghanistan adviseren over het aanvallen van een doel’

Na zijn master Rechtsgeleerdheid werd hij militair jurist, rondde de tweejarige opleiding aan de Academie voor Overheidsjuristen af en zat tien jaar in de gemeenteraad van Lingewaal. Tegenwoordig is hij onder andere fervent ‘twitteraar’. In deze Na de studie: rechter in opleiding en oud-militair jurist Jos Vink.

Door Loes van den Wijngaard

Eerder vond hij zichzelf te jong, maar sinds januari 2018 is Vink (34) rechter in opleiding (RIO). ‘Ik was 22 jaar toen ik afstudeerde. Ik vond dat ik te weinig levenservaring had om verregaande beslissingen over de levens van mensen te nemen. Het toeval wilde dat ik nog geen twee jaar later in Afghanistan was en samen met een andere militair jurist advies gaf over bijvoorbeeld het aanvallen van een doel met een gevechtsvliegtuig. Over verregaande beslissingen gesproken.’ Zijn eerdere werk bij Defensie komt nu goed van pas. ‘Goed nadenken over je juridisch oordeel, ook al is de tijd beperkt. Niet te snel aannemen “dat iets wel zo zal zijn”, maar ook knopen durven doorhakken als de situatie daarom vraagt.’

Het RIO-traject is pittig en duurt voor Vink twee jaar. ‘Het selectietraject bestond uit verschillende tests bij een assessmentbureau en het voeren van een aantal gesprekken.’ Opvallend voor Vink is de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling binnen de opleiding. ‘Kan je al goed uitspraken schrijven? Dan wordt daar relatief minder tijd in gestoken.’ Belangrijke kwaliteiten als rechter zijn onder andere een analytisch vermogen en objectief kunnen oordelen. ‘En je niet snel van je stuk laten brengen. Op zitting kunnen er onverwachte dingen gebeuren. Het is voor iedereen van belang dat je daar rustig mee kan omgaan.’

In het echt

Bij de opleiding hoort natuurlijk ook het beoordelen van zaken. Zijn eerste zaak ging over het toekennen van een huisnummer. ‘De gemeente wilde woningen op uniforme wijze nummeren, maar een bewoner wilde dat juist niet.’ Als hij zou mogen kiezen, dan had hij de zaak van marinier Eric O. wel willen behandelen. ‘In december 2003 was O. met zijn team in Irak en hadden zij de taak een gestrande vrachtwagen te bewaken. O. vuurde op een gegeven moment een waarschuwingsschot af en hem werd verweten dat daardoor een man is overleden. De vraag was of O. zijn geweldsinstructie had overtreden. Op dat moment was het decennia geleden dat een (militaire) strafrechter zich over deze vraag moest uitlaten. In zo’n zaak moet je als rechter dan dus echt “pionieren”. Dat lijkt me mooi.’

Er kunnen heftige zaken voorkomen, die nog even in je hoofd blijven zitten als je naar huis gaat. ‘Gelukkig gaat dat goed. Mijn vrouw is psycholoog en seksuoloog. Alleen al daarom weet ze wat mensen bezighoudt en hoe dat zijn weerslag op “thuis” kan hebben. Bovendien heeft ze in haar spreekkamer ook genoeg pittige zaken voorbij zien komen. We kunnen goed met elkaar praten als ons iets dwarszit, maar bespreken allebei nooit individuele zaken. Ik kan uiteraard ook bij collega’s terecht als ik ergens mee zit.’

Social media

Vink is naast zijn opleiding erg actief op Twitter (@rechterjos). Hier deelt hij vooral opvallende uitspraken vanwege de inhoud of opmerkelijke omstandigheden. ‘Zo las ik pas een uitspraak van een autobestuurder die een boete kreeg voor het negeren van een inhaalverbod. Dat verbod gold niet voor het inhalen van tractoren, maar de man had een lesauto ingehaald. Zijn verweer was: “De lesauto reed net zo langzaam als een tractor.” Dat vond ik wel een aardige uitspraak om te delen.’

Verder reageert hij altijd op vragen die hem worden gesteld. ‘Uiteraard alleen een algemene uitleg, geen eigen mening.’ Rondom het online gedrag van rechters bestaan geen spelregels, maar toch blijft Vink voorzichtig. ‘Het gaat erom verstandig met sociale media om te gaan. Dat is niet anders dan dat ik me gedraag op bijvoorbeeld een verjaardagsfeestje.’

Toekomst

Na het doorlopen van de opleiding hoopt Vink bij de afdeling Bestuursrecht te eindigen. ‘Hier komen veelal problemen aan de orde die voor de betreffende burger heel wezenlijk zijn. Door goed te luisteren en helder op te schrijven wat je van een zaak vindt, kan het boek na de uitspraak voor veel mensen dicht. Dit geldt ook als ze geen gelijk krijgen. Op langere termijn zou ik graag militaire zaken willen gaan doen. Dat worden dan militaire ambtenarenzaken in Den Haag of militaire strafzaken in Arnhem.’

Voor de toekomst van rechtenstudenten geeft Vink, net als zijn voorgangers, mee om stage te lopen. ‘Je leert hierdoor het recht in de praktijk kennen. Dan zal je ervaren dat je heel andere vaardigheden nodig hebt dan je tijdens je studie krijgt aangeleerd. Zo kan je een advies schrijven dat juridisch klinkt als een klok, maar wat heb je eraan als je dat advies vervolgens niet kunt “verkopen”?’ Toch blijft er binnen de collegebanken gelukkig ook genoeg te leren. Zo vond hij tijdens zijn studie het vak Rechtsgeschiedenis erg interessant en belangrijk. ‘Het laat zien hoe en welke maatschappelijke invloeden hun weerslag op het recht hebben gehad, maar ook waar onze voorouders de plank hebben misgeslagen. Dat is fundamenteel om inzicht te vergaren en het herhalen van fouten te voorkomen.’ En dat is dan weer essentieel voor iedere jurist.