Wvggz zorgt voor onveiligheid binnen de geestelijke gezondheidszorg

Volgens het journalistieke platform Investico leidt de nieuwe Wet verplichte ggz tot onveiligheid binnen de geestelijke gezondheidszorg. Op grond van de wet moet er reguliere zorg worden geboden aan mensen die zware misdrijven hebben begaan. Instellingen zijn hier niet op ingericht. 

Door Bibi Santpoort

De hoogste psychiaters binnen ggz-instellingen, ook wel geneesheren-directeuren genaamd, waarschuwen voor ‘structureel onveilige situaties’ binnen de geestelijke gezondheidszorg. Door de nieuwe wet die op 1 januari is ingegaan, de Wet verplichte ggz (Wvggz), worden mensen die zware misdrijven hebben begaan soms in de reguliere zorg geplaatst, wat leidt tot geweld en onveilige situaties.

Het doel van de nieuwe wet is het terugdringen van het aantal gedwongen opnames. Dit regelt de wet onder andere met gedwongen behandeling voor mensen die door een psychische stoornis een gevaar voor zichzelf of anderen vormen.

Strafrechter

Met de nieuwe wet kan de strafrechter een verdachte zorg opleggen in een reguliere ggz-instelling. Voorheen kon de rechter alleen zorg bij een forensische ggz opleggen wanneer de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was verklaard. Volgens geneesheer-directeur Claar Mooij hebben strafrechters verkeerde verwachtingen van de wetsbepaling uit de nieuwe wet. Het plaatsen van een verdachte in een ggz-instelling moet niet als een vervangende straf worden gezien.

Vaak zijn de patiënten die een strafrechter zorg oplegt het beste op hun plek op de forensische afdeling. Hier is de behandeling namelijk onderdeel van de straf. Deze zorg is echter veel duurder en wordt via de wetsbepaling niet vergoed.

Volgens het onderzoek van Investico blijkt echter dat dit maar één van de nadelige gevolgen is van de Wvggz. Ook veroorzaakt de wet veel verwarring bij patiënten, rechters, ggz-medewerkers en officieren van justitie. Vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zullen in gesprek gaan met instellingen en overige betrokkenen om de nadelige gevolgen van de wetswijziging in kaart te brengen.