Het meermaals plegen van een ernstig misdrijf leidt doorgaans tot zwaardere en vooral langdurigere strafoplegging. Dit blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC).
Aanleiding voor het onderzoek was een motie van de Kamerleden Van der Plas (BBB) en Eerdmans (JA21), waarin zij de regering verzochten inzicht te geven in de strafoplegging bij recidive van ernstige misdrijven. Onder deze ernstige misdrijven vallen bijvoorbeeld moord, diefstal met geweld en verkrachting. In reactie op deze motie liet de minister voor Rechtsbescherming (Weerwind) een onderzoeksrapport opstellen.
Inhoud van het rapport
Wanneer een rechter een zaak behandeld, kijkt hij onder andere naar de ernst van het strafbare feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hierbij wordt altijd gekeken of een verdachte al eerder in aanraking is geweest met politie en justitie. Wanneer iemand meermaals een strafbaar feit pleegt, is het uitgangspunt dat die persoon ook een hogere straf opgelegd krijgt. Bij recidive besluit de rechter veelal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, vaker dan bij mensen die nog niet eerder een strafbaar feit hebben gepleegd (de zogenoemde “first offenders”). Ook wordt vaak gekozen voor een maatregel als tbs of het plaatsen in een inrichting voor stelselmatige daders.
Desondanks leidt recidive niet altijd tot zwaardere strafoplegging. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn proceshouding zijn hierbij van groot belang. Bij delicten als diefstal met geweld en brandstichting spelen deze omstandigheden een veel grotere rol dan bij delicten als moord en verkrachting, zo blijkt uit het rapport.
Zowel bij het bepalen van de strafsoort als de strafmaat motiveren rechters niet of nauwelijks in hoeverre de recidive invloed heeft gehad op hun besluit. Dit is in lijn met jurisprudentie van de Hoge Raad, waaruit blijkt dat wanneer een rechter in het vonnis aangeeft acht te hebben geslagen op het strafblad van de verdachte, ervan moet worden uitgegaan dat recidive in strafverzwarende zin is meegenomen. Dat de recidive tot strafverzwaring leidt hoeft dus niet extra gemotiveerd te worden.