Wie krijgt de hond?

Het verdelen van de spullen na een echtscheiding is vaak al niet gemakkelijk. Maar wat gebeurt er met de hond of kat? In Almelo liep het conflict tussen twee ex-echtgenoten over hun hond zo hoog op dat er een rechter aan te pas moest komen.

Door Jolein Rijkers

Een in 2011 gescheiden stel uit Almelo trof bij echtscheiding een omgangsregeling ten behoeve van hun hond Spike. Doordeweeks zou de hond bij Samantha zijn en in het weekend bij Frank. Maar het ging steeds slechter met de hond. Spike was gestrest en vermoeid, vond Samantha. Volgens haar was dat te wijten aan de wisselende woonomstandigheden. Ook een gedragsdeskundige oordeelde dat Spike beter af was op één woonadres. Hierop besloot Samantha de omgangsregeling te beëindigen, waarop Frank naar de rechter stapte.

En dus moest rechter Verhoeven zich uitspreken over de vraag wat er moest gebeuren met de omgangsregeling van Spike. Uit zijn vonnis blijkt dat Verhoeven geen hoge pet op had van beide partijen. “De hond blijkt last te hebben van het gedrag van zijn baasjes, zo valt uit de overlegde verklaringen af te leiden”, aldus de rechter. Ook geeft Verhoeven aan dat partijen “zich dood moeten schamen om vier juristen aan het werk te zetten voor een ruzie die te gek is om los te lopen”. De rechter besliste uiteindelijk dat de twee de oorspronkelijke omgangsregeling moesten voortzetten; Spike zal doordeweeks bij Samantha verblijven en van zaterdagochtend tot zondagavond bij Frank.

Als je dacht dat dit al te gek was, het kan nog gekker: een Canadees koppel vroeg de rechter namelijk te oordelen over hun conflict en daarbij hun honden als kinderen te behandelen. Volgens de vrouw was haar man eerder een katpersoon en moesten de honden dus bij haar blijven. De Canadese rechter oordeelde: “Een hond blijft een hond en voor hem is geen plaats in het familierecht”.

Aan zijn statement voegde hij nog tal van redenen toe waarom honden niet als kinderen kunnen worden behandeld. “We kopen geen kinderen bij fokkers. We kiezen geen partners voor onze kinderen, omdat hun baby’s dan het juiste ras kunnen blijven. Wanneer onze kinderen heel ziek zijn maken we geen kosten-batenanalyse om te kijken of we ze wel laten leven.

Volgens de rechter kunnen dit soort vragen beter niet de gewoonte worden en leidt dit slechts tot tijdverspilling voor justitie.