De Partij voor de Dieren (PvdD) heeft op maandag 30 december een wetsvoorstel voor een verbod op consumentenwerk ingediend, zo laat de partij op haar website weten. Initiatiefnemer van het voorstel is fractievoorzitter Esther Ouwehand.
Door Donny Buisman
Eerder werden babypijltjes en Romeinse kaarsen al verboden en volgend jaar moeten ook de zogeheten honderdduizendklappers en enkelshots mortieren eraan geloven. Daarnaast neemt het aantal vuurwerkvrije zones jaarlijks toe, zijn verkopers verplicht zowel vuurwerkbrillen, aansteek-lonten als lanceerstandaard voor pijlen te verstrekken en mag vuurwerk alleen nog tussen 31 december 18.00 en 1 januari 02.00 worden afgestoken.
De volgende stap is nu een algeheel verbod, als het aan de PvdD ligt. ‘De Partij voor de Dieren voert al jaren het verzet aan tegen consumentenvuurwerk,’ licht Ouwehand toe. ‘Lange tijd stonden we vrijwel alleen, maar de gelederen beginnen ook bij andere partijen te breken. Minister Grapperhaus liet doorschemeren met meer maatregelen te komen als de komende jaarwisseling weer uit de hand loopt. Op evaluaties kunnen we niet meer wachten. Het is nu al, vóór de Nieuwjaarsnacht, volstrekt duidelijk dat de vuurwerktraditie onacceptabele overlast en schade veroorzaakt.’
Tegengeluid
Toch zou er op zo’n verbod, ondanks dat steeds meer mensen vóór het tegengaan van overlast en vervuiling zijn, veel weerstand komen volgens consumentenpsycholoog Patrick Wessels. ‘Vuurwerk gaat om veel meer dan vuurwerk. Het gaat om een traditie,’ zegt hij tegen NOS. ‘Het is voor veel mensen om een stuk identiteit. Stel dat vuurwerk wordt verboden, dan neem je iets van ze af wat een deel van hen is.’
Eén ding is duidelijk: lokale maatregelen lossen het probleem niet op. De Nederlandse Vereniging van Gemeenten waarschuwt nadrukkelijk voor een “waterbedeffect”; door verschillen in lokale maatregelen worden vuurwerkproblemen niet opgelost, maar enkel verplaatst.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.