De PvdA, GroenLinks, SP en 50Plus zijn met een wetsvoorstel gekomen die een eind belooft te maken aan de ongelijke beloning tussen mannen en vrouwen voor hetzelfde werk. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat vrouwen anno 2018 nog steeds minder verdienen en minder topfuncties vervullen dan mannen.
Door Kirsten Willms
De Europese Unie legde al in 1950 het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen vast in een verdrag, thans neergelegd in artikel 157 VWEU. Het zet zich op verschillende manieren in om de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt in lidstaten te verbeteren. Niet alleen als het gaat om gelijkheid in loon, maar ook de bevordering van de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt en het stimuleren van het vervullen van topfuncties door vrouwen.
Score Nederland
In Nederland is deze Europese wetgeving overgenomen in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en in artikel 7:646 BW. Desalniettemin scoort Nederland niet goed als het gaat om gelijkheid in beloning van man en vrouw. Nederland staat op de 32e plaats op de lijst van het World Economic Forum. Mannelijke werknemers verdienen gemiddeld 16,1 procent meer dan de vrouwelijke werknemers in Nederland. De reden hiervan is dat er nog te weinig inzicht bestaat over de oorzaak van deze loonkloof, waardoor benadeelde werknemers in een lastige bewijspositie verkeren.
Daarnaast vervullen in verhouding weinig vrouwen topposities in Nederland. De regering heeft aan Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen opgedragen om het bestuur voor ten minste dertig procent uit vrouwelijke bestuurders te laten bestaan voor het jaar 2020. Op dit moment is het gemiddelde percentage van vrouwelijke bestuurders bij dergelijke ondernemingen slechts 6,2 procent; een daling ten opzichte van vorig jaar. Op dit moment voldoen slechts zes ondernemingen in Nederland aan het gewenste percentage.
Werk te doen
De positie van de vrouwelijke werknemer op de arbeidsmarkt anno 2018 laat dus nog te wensen over. Het College voor de Rechten van de Mens heeft hier afgelopen jaar in Nederland onderzoek naar gedaan. De aanbeveling van het College komt er op neer dat werkgevers meer inzicht moeten krijgen in de beloningsongelijkheid binnen het bedrijf en dienen dit goed te kunnen onderbouwen. Daarnaast moet het beloningsbeleid transparanter worden, waarbij het vaststellen van het salaris moet zijn gebaseerd op competenties en werkervaring in plaats van niet-neutrale maatstaven.
Het wetsvoorstel sluit hierbij aan en houdt in dat bedrijven met meer dan vijftig werknemers iedere drie jaar cijfers zullen moeten openbaren over het salaris van de werknemers. Indien deze cijfers blijk geven van een ongelijke beloning, krijgt het bedrijf eerst de mogelijkheid om dit te verbeteren, daarna volgt een eventuele boete. Op deze manier wordt aan de lastige bewijspositie van de benadeelde werknemer tegemoet gekomen.