General Comment (23) over kinderrechten in het jeugdstrafrechtsysteem

Op 18 september heeft het VN-Kinderrechtencomité een nieuw General Comment (23) on children’s rights in juvenile justice aangenomen en gepubliceerd. De tekst vervangt General Comment No. 10 en beziet de actuele ontwikkelingen in het jeugdstrafrecht. Het document stelt Nederland voor enkele uitdagingen, maar ziet bovenal dat Nederland met betrekking tot veel onderwerpen is meegegaan met nieuwe ontwikkelingen.

Door Donny Buisman

Het VN-Kinderrechtencomité kondigde eerder in 2018 al aan om het document uit 2017 (General Comment No. 10) te vervangen. Belangstellenden hebben vervolgens commentaar gegeven op de conceptversie. Hierover is door een groep van onafhankelijke deskundigen en maatschappelijke organisaties een gezamenlijke reactie gekomen. Dit heeft uiteindelijk tot het negentien pagina’s tellende document geleidt waarin het VN-Kinderrechtencomité onder meer beoogd dat staten de bepalingen en principes uit de Convention on the Rights of the Child eenduidig implementeren.

Het VN-Kinderrechtencomité heeft in het document de nodige aandacht voor actuele ontwikkelingen in het jeugdstrafrecht. Bijvoorbeeld over het aanhoudend gebruik van vrijheidsbeneming. Het document constateert dat in de meeste landen de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid 14 jaar is, maar dat strafrechtelijk gedrag veelal eerder plaatsvindt. Dit is verontrustend omdat er een toenemende mate van vrijheidsbeneming plaatsvindt onder kinderen.

Het document gaat vervolgens nader in op een paar kernelementen om een rechtvaardig, effectief en kindgericht jeugdstrafrechtssysteem verder te ontwikkelen. Maatschappelijke organisatie Defence for Childeren beschrijft het document als een belangrijk document waarin gedegen aandacht is voor preventie, vroege interventie, de multidisciplinaire benadering, de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, het terugbrengen van vrijheidsbeneming en het ontwikkelen en implementeren van alternatieven voor gerechtelijke afdoening (‘diversion’).

Het is nu de vraag hoeveel effect het document heeft bij het maken van beleid en wetgeving. NGO’S kunnen in ieder geval een grote rol spelen volgens het VN-Kinderrechtencomité. Het wordt daarom aangeraden dat staten actief betrokken zijn bij zulke organisaties en hen indien nodig voorzien.