Wet publieke gezondheid wordt aangepast voor gebruik CoronaMelder-app

Minister Hugo de Jonge komt met een spoedwet die een expliciete juridische basis in het leven roept voor het gebruik van de CoronaMelder-app. Hiermee komt de zorgminister tegemoet aan het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP is van mening dat de corona-app een specifieke en heldere wettelijke grondslag nodig heeft.

Door Kirsten Rolloos

De app CoronaMelder is inmiddels een miljoen keer gedownload, maar de juridische basis van de app is nog niet goed op orde. Om daar verandering in te brengen heeft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid een wetsvoorstel bedacht. In het wetsvoorstel is expliciet vastgelegd dat het gebruik van de app vrijwillig is. Mensen mogen niet gedwongen worden tot het gebruik van de app door bijvoorbeeld werkgevers of een restauranteigenaar. Daarnaast staan er bepalingen in de (tijdelijke) wet over de verwerking van persoonsgegevens en is er een antimisbruikbepaling geïntroduceerd om te voorkomen dat de app voor de verkeerde doeleinden wordt gebruikt.

De spoedwet is het gevolg van een advies van de AP, die vindt dat de huidige Wet publieke gezondheid, waarin staat welke bevoegdheden de overheid heeft om infectieziekten te bestrijden, niet voldoende is voor het gebruik van de CoronaMelder. Hoewel de minister en de landsadvocaat het niet met de AP eens zijn, is nu toch tegemoet gekomen aan het advies. De nieuwe wet zal worden toegevoegd aan de bestaande Wet publieke gezondheid.

Het is de bedoeling dat de corona-app op 1 september landelijk kan gaan werken. De kans is echter groot dat de spoedwet niet voor 1 september door de Tweede Kamer kan worden behandeld. Ook de Eerste Kamer moet zich nog over de wet voor de CoronaMelder buigen.

Lees ook: Coronaboetes mogelijk niet langer op strafblad