’s Ochtends naar werk komen om in te klokken, het werk verlaten en later op de dag terugkomen om uit te klokken: dit heeft een werknemer van bouwbedrijf Fluor meerdere dagen gedaan. Toen het bouwbedrijf dit doorkreeg, wilde zij de werknemer ontslaan wegens ‘dagdieverij’. Rechtbank Noord-Holland heeft onlangs geoordeeld dat dit terecht is.
Door Gracièla van Duinkerken
De werknemer werkte al sinds 2013 bij bouwbedrijf Fluor. Werknemers kunnen het pand binnentreden en verlaten via de hoofdingang. Daarbij klokken zij in en uit met een persoonlijke pas. Daarnaast is er een nooddeur naar het parkeerterrein aanwezig. Die nooddeur heeft geen paslezer en is – vanzelfsprekend – enkel bedoeld voor noodsituaties.
Fluor merkte op dat de nooddeur verschillende keren geopend was en deed vervolgens onderzoek daarnaar. Uit het (camera)onderzoek bleek dat de desbetreffende werknemer na aankomst op zijn werk eerst naar zijn werkplek ging om in te loggen op de computer en kort daarna het pand verliet via de nooddeur. Tegen het einde van de werkdag kwam hij via de nooddeur terug om vervolgens via de hoofdingang uit te klokken. Uit het onderzoek bleek dat de werknemer dit op negentien verschillende dagen deed in een periode van twee maanden. De werknemer vulde op die dagen in het systeem in dat hij die uren wel gewoon gewerkt had.
‘Dagdieverij’
De werknemer verklaarde zelf dat hij alleen naar buiten ging om onder andere te roken, sigaretten te kopen bij een nabijgelegen tankstation of voor een doktersbezoek. Het bedrijf noemt dit echter ‘dagdieverij’ (tijd stelen van je baas) en wilde de werknemer ontslaan, omdat hij ‘verwijtbaar gehandeld’ zou hebben. Het bedrijf en de werknemer kwamen samen niet uit een vaststellingsovereenkomst, waarna het bedrijf dit ontslag bij de rechter aanvroeg zonder een transitievergoeding te hoeven betalen.
De werknemer wilde niet dat zijn contract ontbonden werd en deed daarbij een beroep op zijn persoonlijke situatie. Daarbij wees de werknemer op het feit dat hij al langdurig bij het bedrijf werkte en goed functioneerde, op het feit dat hij als buitenlander woont in een land waarvan hij de taal niet spreekt en op zijn gezinssituatie. Als hij al ontslagen zou worden, zou hij een transitievergoeding van 16.963,36 euro en een billijke vergoeding van 250.000 euro willen ontvangen, omdat hij op non-actief is gesteld door Fluor zonder dat enig onderzoek was verricht en zonder dat hij in de gelegenheid gesteld was om zich adequaat te verweren.
Geen transitievergoeding
Volgens rechtbank Noord-Holland mag Fluor de werknemer ontslaan zonder transitievergoeding. Er is volgens de rechtbank namelijk sprake van ernstig verwijtbaar handelen vanwege de ‘dagdieverij’, doordat voldoende is komen vast te staan dat werknemer afwezig was en niet (of nauwelijks) heeft gewerkt op de desbetreffende dagen, terwijl hij voor die dagen wel loon ontvangen heeft. Daarnaast was volgens de rechtbank geen aanleiding voor een billijke vergoeding en moet de werknemer de proceskosten betalen van het ontbindingsverzoek van Fluor.