Webshop klaagt Europese Commissie aan om nieuwe Digital Services Act

Een Duitse webshop maakte onlangs bekend een rechtszaak aan te spannen tegen de Europese Commissie. Het bedrijf vindt het niet terecht dat het zich door de komst van de nieuwe Digital Services Act aan strengere regels moet houden.  De topman van de webwinkel zegt te hopen dat de rechter voor zijn bedrijf een uitzondering maakt.

Drie jaar geleden meldden diverse media dat de Europese Commissie vergaande plannen zou hebben om online platforms strenger te gaan aanpakken. De Europese Commissie bevestigde de berichten later die dag zelf, toen zij inderdaad met verschillende maatregelen kwam om de digitale markt beter te kunnen reguleren. Het bleek uiteindelijk een project van de lange adem. Anderhalf jaar en vele onderhandelingen later ging ook het Europees Parlement akkoord met het grote pakket aan maatregelen, dat afgelopen november officieel in werking trad.

Het maatregelenpakket bestaat uit enerzijds de Digital Services Act (DSA) en anderzijds de Digital Market Act (DMA). De DSA richt zich op online platforms die meer dan 45 miljoen gebruikers hebben. Bedrijven als Facebook en YouTube, maar ook Wikipedia en Booking.com moeten dus aan de ‘verantwoordelijkheidsregels’ uit de DSA voldoen. De Europese Commissie zal de allergrootste platforms daarnaast aanwijzen als ‘poortwachters’. Zij zullen zich ook moeten houden aan regels omtrent marktwerking en eerlijke concurrentie uit de DMA. Het uiteindelijke doel van de DSA en de DMA samen is om een ‘veilige digitale ruimte te creëren waar de grondrechten van gebruikers worden beschermd’.

‘Crisismodus’

Hoe wil de Europese Commissie dit doel nu concreet gaan bereiken? Bedrijven als Facebook en Instagram moeten bijvoorbeeld meer openheid geven over de algoritmes die ze gebruiken bij het tonen van berichten en video’s. Verder moet het voor gebruikers van sociale media ook op andere manieren duidelijker worden waarom zij bepaalde berichten wel en andere juist niet te zien krijgen. De Europese Commissie wil gebruikers op den duur zelfs de mogelijkheid geven om zelf te bepalen welke berichten zij willen bekijken en zo hun tijdlijn vorm te geven.

Webshops krijgen door de nieuwe regels de verantwoordelijkheid om de handelaren die hun producten via de shops verkopen beter te controleren. Het is voor webwinkels voortaan ook verboden om advertenties te personaliseren op basis van privacygevoelige gegevens als geloof en seksuele geaardheid.

De Europese Commissie bindt door middel van de nieuwe regels ook de strijd aan met haatberichten en desinformatie. Zo moeten platformgebruikers de mogelijkheid krijgen om het betreffende platform te waarschuwen bij berichten die oproepen tot haat en geweld of die op een andere wijze strafbaar zijn. Het platform moet die berichten dan zo snel mogelijk verwijderen en het account dat de berichten heeft geplaatst schorsen of zelfs opheffen. Ten slotte zijn online platforms voortaan verplicht om in geval van een ramp, terroristische aanslag of pandemie over te schakelen naar een tijdelijke ‘crisismodus’. Het idee hierachter is dat zo’n modus de verspreiding van desinformatie en complottheorieën kan beperken. 

Rechtszaak

De Duitse webshop Zalando is een van de bedrijven die zich in de toekomst aan de bovenstaande regels zal moeten houden. Het bedrijf is daar op zijn zachtst gezegd niet blij mee en heeft inmiddels een rechtszaak aangespannen tegen de Europese Commissie. De webwinkel is het er absoluut niet mee eens dat de Europese Commissie Zalando als ‘poortwachter’ beschouwt. Robert Gentz, de topman van Zalando, zegt niet te willen worden vergeleken met bedrijven als Facebook en TikTok. “Er wordt over die bedrijven gepraat omdat ze zich niet aan de regels houden. Dat is slecht voor ons merk”, aldus Gentz.

Het lijkt er vooralsnog niet op dat het Hof van Justitie zich snel over de zaak gaat buigen. De tijd dringt echter voor Zalando, dat als ‘poortwachter’ volgend jaar al aan de nieuwe regels moet voldoen. Het bedrijf riskeert bij het niet tijdig voldoen aan de regels een boete die kan oplopen tot zes procent van de jaaromzet of, in het uiterste geval, een verbod om nog zaken te doen binnen de Europese Unie.