De Tweede Kamer wil de periode van partneralimentatie terugbrengen van twaalf jaar naar vijf jaar, zo bleek eerder deze maand. Wie zijn de voor- en tegenstanders van dit plan en hoe zit dit er in de praktijk uit? Een overzicht.
Door Douae Youssef
De meerderheid van de Kamer is van mening dat bij het merendeel van de gevallen waarbij (veelal) mannen twaalf jaar lang partneralimentatie moeten betalen, hun ex-echtgenote prima op eigen financiële benen kan staan. Zo blijkt uit CBS-onderzoek dat er in 2014 vijfduizend vrouwen waren die partneralimentatie betaalden, tegenover ruim veertigduizend betalende mannen. Zij betaalden gemiddeld 8.300 euro per jaar aan hun ex.
Begrip partneralimentatie
Op het moment dat iemand na een echtscheiding niet genoeg inkomen heeft om van te kunnen leeft, heeft de ex-partner de plicht om een bijdragen te leveren in dit inkomen, oftewel de partneralimentatie. Het vaststellen van het maandbedrag kan samen met een advocaat, notaris of mediator. De betalingen stoppen wanneer de ontvanger overlijdt, weer voldoende inkomen heeft, gaat trouwen of samenwonen.
Voorstanders
D66, VVD en PvdA maakten drie jaar geleden al kenbaar de alimentatieduur te willen verkorten. De Raad van State stelde echter destijds dat het voorstel er onvoldoende rekening mee hield dat vrouwen een flinke achterstand kunnen ondervinden op de arbeidsmarkt na een echtscheiding. Aan het begin van deze maand werd tijdens een Kamerdebat duidelijk dat dit voorstel veel steun kreeg van verschillende partijen. Naast het standpunt dat mannen tegenwoordig nog te vaak onterecht partneralimentatie moeten betalen aan hun ex, stelden de partijen zich ook op het standpunt dat het meer van deze tijd is om de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw voorop te stellen.
Tegenstanders
Ondanks dat de meerderheid van de Tweede Kamer een voorstander is van het terugbrengen van de periode van de partneralimentatie, zijn er ook partijen die niet laaiend enthousiast zijn over het plan. Zo noemt SGP-leider Van der Staaij het voorstel vrouwonvriendelijk. Hij stelt dat het naïef optimistisch is om te verwachten dat alle vrouwen met kinderen in de toekomst fulltime kunnen werken. Daarnaast zijn ook de ChristenUnie en de CDA van mening dat de wet voorbijgaat aan gezinnen waarbij een meer traditionele gezinsverdeling bestaat: de man die voor het inkomen zorgt en de vrouw die thuis de zorgtaken verricht.
Geen terugwerkende kracht, wél uitzonderingen
Het idee is dat de nieuwe wet ingaat op 1 januari 2020 voor stellen die na deze datum scheiden. De wet heeft geen terugwerkende kracht. Ook is het zo dat voor bepaalde groepen uitzonderingen gelden. Mensen die voor 1 januari 1970 geboren zijn en een huwelijk hebben gehad van langer dan vijftien jaar behouden het recht op tien jaar partneralimentatie. Indien er kinderen zijn met de leeftijd van jonger dan twaalf, heeft de ex-partner nog wel recht op twaalf jaar alimentatie.
Daarnaast is het zo dat als sprake is geweest van een huwelijk van minstens vijftien jaar, waar de alimentatieontvanger de AOW-leeftijd binnen tien jaar na de scheiding zal bereiken, er ook nog tien jaar recht is op partneralimentatie. Een andere uitzondering is dat het bereiken van de AOW-leeftijd door de persoon die de alimentatie moet betalen, er niet meer per direct toe leidt dat de betalingen automatisch vervallen.
Tot slot is het zo dat de rechter altijd het laatste woord heeft in bijzondere gevallen en een termijn kan toewijzen van langer dan vijf jaar.