Wanneer is er sprake van een poging tot dronken rijden?

In Breda werd begin december een inwoner geslagen door een dronken man, omdat hij wilde voorkomen dat de feestganger zou proberen om met een neut teveel auto te rijden. De vraag rijst wanneer sprake is van een poging. Een overzicht.

Door Sam van den Akker

De strafbare poging is terug te vinden in artikel 45 Wetboek van Strafrecht. Volgens de vereisten in dat artikel moet er gepoogd zijn om een misdrijf te plegen, moet er opzet zijn op het grondfeit en moet die opzet zich hebben geopenbaard door een begin van uitvoering. Daarbij zijn in ieder geval twee arresten van belang.

HR Cito & Grenswisselkantoor

In het Cito-arrest van 1979 beraamden twee gemaskerde mannen een overval op een Amsterdams uitzendbureau. De vraag die de Hoge Raad moest beantwoorden, was of er sprake was van een begin van uitvoering of slechts een voorbereidingshandeling. De Hoge Raad ging voor het eerste, omdat er sprake was van ‘gedragingen die naar haar uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van een misdrijf’.

Anders lag het bij de zaak van het Grenswisselkantoor uit 1987, waarin twee mannen in een auto zaten met alle benodigde ingrediënten voor een overval. Ze werden echter al in de auto onderschept, waardoor er volgens de Hoge Raad onvoldoende omstandigheden waren om te spreken van een begin van uitvoering. Voorbereiding, vastgelegd in artikel 46 Sr, was toen nog niet strafbaar.

Lees voor meer zaken over het begrip ‘begin van uitvoering’ ook: HR Hoevense brandstichtingHR VideodozenHR Eindhovense brandstichting

Dronken besturen van auto?

Is er in de Bredase zaak sprake van een strafbare poging tot het dronken besturen van een auto (artikel 45 Sr jo. 8 WVW)? De grens van de poging ligt, zoals uit bovenstaande zaken blijkt, bij het verrichten van uitvoeringshandelingen. Denk aan het starten van de auto of het ontsteken van de verlichting. Is dit nog niet het geval, dan kan er hoogstens sprake zijn van ‘aanstalten maken’. Daarvoor kan maximaal een rijverbod worden opgelegd (artikel 162 WVW).

In de Bredase zaak had de dronken bestuurder de auto al gestart voordat hij de man die hem tegenhield een vuistslag toediende. Daarmee zou dus met het oog op de jurisprudentie inderdaad sprake zijn van een begin van uitvoering en uiteindelijk van een strafbare poging.

Of het verhaal een staartje krijgt, moet nog blijken. In een soortgelijke zaak in Eindhoven werd de bestuurder in ieder geval veroordeeld.