Aansprakelijkheid bij sport- en spel

Op 29 augustus wees het hof in Den Haag een strafrechtelijk arrest over het meest gespeelde Nederlandse spel: voetbal. De verdachte had zijn tegenspeler getackeld om zo de bal te krijgen. Daarbij kwam de tegenspeler ten val en brak zijn onderbeen en scheenbeen. Ook liep hij een scheurtje opgelopen in zijn enkel.

Door Sam van den Akker

Het Openbaar Ministerie legde de voetballer zware mishandeling (primair) mishandeling (subsidiair) en mishandeling met letsel als gevolg (meer subsidiair) ten laste. De advocaat van de verdachte voerde bij het Hof aan dat hij geen opzet had op het letsel, ook niet in voorwaardelijke zin.

Het Hof gaat daarin mee en sprak verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit, omdat het (voorwaardelijke) opzet op het zwaar lichamelijk letsel niet bewezen kon worden. Echter, het subsidiair ten laste gelegde feit wordt wél bewezen verklaard door het Hof.

Het hof ging daarbij uit van het volgende:

1. Dat er een aanmerkelijke kans is op letsel na een sliding op een voetbalspeler;
2. Dat verdachte die kans heeft aanvaard door de sliding te maken;
3. Dat verdachte die kans op letsel heeft aanvaard (waarschijnlijk via het normaliteitssyllogisme*).

Dat is nogal wat voor alle (amateur)voetbalspelers. Zij moeten dus steeds een strafrechtelijke vervolging (inclusief een vordering van de benadeelde partij) in het achterhoofd houden indien zij overwegen om de bal af te pakken met een tackle. Is dit een bedreiging voor voetbalspelers?

Sportadvocaat Richard van der Zwan zegt daar het volgende over:
“Dit zou betekenen dat iedere amateurspeler die een sliding maakt, strafrechtelijk kan worden aangepakt.”

Een andere sport- en spelsituatie deed zich voor in de zaak van Rachid B.

Rachid B.
In die zaak tackelde B. een tegenspeler op het veld; die hield daar ernstig letsel aan over. Het verweer van de advocaat was dat het een sport- en spelsituatie betrof en derhalve niet gesproken kon worden van wederrechtelijkheid, omdat slachtoffer zich bewust blootstelde aan de kans op letsel. De Hoge raad overwoog:

”De deelnemers aan een sport, zoals voetbal, hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. Dat geldt echter in de regel niet voor gedragingen die los staan van een spelsituatie waarbij een speler een andere speler letsel toebrengt, terwijl bij gedragingen die in een spelsituatie plaatsvinden, een speler de spelregels op dusdanige wijze kan schenden en zo gevaarlijk kan handelen dat van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake kan zijn.”

Aansprakelijkheid sporter
Een sporter kan dus op twee manieren strafrechtelijk aansprakelijk zijn:

1- indien de gedraging van verdachte los staat van het spel (kopstoot van Zinedine Zidane) of;
2- indien de spelregels zodanig op grove en gevaarlijke wijze zijn geschonden dat er wel wederrechtelijkheid is.

* Kortweg: ieder normaal mens weet dat er uit een sliding enig letsel kan volgen, verdachte is een normaal mens en dus wist hij van de kans op enig letsel.

Lees ook: HR Tennisbal