Op 13 april 2018 wees de Hoge Raad een belangrijk arrest over de uitleg van de opzet-clausule, meer specifiek de dekking hiervan in het geval waarbij een baby letsel opgelopen heeft door het zogenoemde ‘shaken baby syndroom’.
Door Julia Verschoor
Jaarlijks worden er naar schatting veertig baby’s in het ziekenhuis opgenomen met ernstig hersenletsel als gevolg van schudden om bijvoorbeeld een huilende baby stil te krijgen. Ouders beseffen vaak niet dat het schudden van een baby zeer ernstige gevolgen kan hebben. Een baby kan namelijk door het schudden blijvend hersenletsel oplopen of zelfs komen te overlijden. Als een baby ernstig letsel oploopt of overlijdt, is het naast de strafrechtelijke procedure ook nog mogelijk om een civielrechtelijke vordering uit hoofde van het kind (wettelijke vertegenwoordiger) tegen de ouder of andere verzorger te starten. In het arrest van de Hoge Raad was het de vraag of de schade verhaald kan worden op de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP).
De feiten
Op 5 januari 2008 is betrokkene door zijn vader meerdere malen met kracht door elkaar geschud. Het kind is dezelfde dag opgenomen in het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Na onderzoek blijkt dat er bloedingen zijn geconstateerd die passen bij het shaken baby syndroom. Destijds had vader een AVP afgesloten bij Reaal. De polisvoorwaarden bepalen dat schade veroorzaakt door en/of voortvloeiend uit zijn/haar opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten niet gedekt is. Dit behelst de zogenoemde opzetclausule.
Vader is strafrechtelijk vervolgd voor poging tot doodslag (primair), zware mishandeling (subsidiair) en het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld (meer subsidiair). In de strafzaak is een onderzoek verricht naar de gesteldheid van de vader. Hieruit blijkt dat hij lijdt aan de stoornis van Asperger en hierdoor sterk is beïnvloed. Er wordt geadviseerd om de vader als sterk verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De vader wordt vrijgesproken van de primair en subsidiair ten laste gelegde opzetdelicten en het meer subsidiair (zwaar lichamelijk letsel door schuld) wordt bewezen verklaard. Verder oordeelt het hof dat de vader wist dat het schudden van een vijf maanden oude baby een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich mee zou brengen.
In het betreffende geding vordert de moeder een verklaring voor recht dat de vader onrechtmatig heeft gehandeld en zij vordert een schadevergoeding. Op grond van art. 7:954 BW vordert zij vergoeding van Reaal op grond van de verzekeringsovereenkomst tussen vader en Reaal.
De opzetclausule op de AVP
De opzetclausule komt in veel AVP-polissen voor en is van groot belang ter regeling van (letsel)schadezaken. De literatuur is verdeeld. De Hoge Raad ziet daarom aanleiding, met het oog op rechtseenheid, om daarover meer uitleg te geven.
Reaal beroept zich op de opzetclausule waarbij opzet gericht moet zijn op het handelen dat als wederrechtelijke gekwalificeerd kan worden. Het hof heeft echter in de strafzaak geoordeeld dat er geen sprake was van opzet. Het aanmerkelijk onvoorzichtig handelen levert geen opzet op en is dus niet van dekking uitgesloten.
Het belangrijkste aspect in de nieuwe opzetclausule is de koppeling van opzet aan de gedraging zelf en niet meer aan het gevolg van de gedraging. Het opzettelijk karakter van een gedraging moet uit de gedraging zelf afgeleid worden. Het uitgangspunt is dus dat er sprake moet zijn van een opzettelijke en wederrechtelijke gedraging die objectief gericht is op het doen ontstaan van letselschade, waarbij dit aangemerkt kan worden als een te verwachten of normaal gevolg van zijn gedraging.
Meer lezen over dit onderwerp?
Op 1 augustus 2017 werd gastouder Franciska S. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar wegens het ernstig tekort schieten in haar zorgplicht jegens het opvangkind. De uitspraak van de rechtbank lees je hier. Er is geen hoger beroep aangetekend.