Het recht om kinderen te krijgen is over bijna de hele wereld een vanzelfsprekend iets. Artikel 16 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) spreekt over het recht om te huwen en een gezin te stichten. Toch vindt de Rotterdamse CDA-wethouder Hugo de Jonge dat dit recht niet altijd van toepassing is.
Door Liza Ovsyanko
Hij pleit voor een wettelijke regeling, waarbij rechters dienen te beslissen of vrouwen met een verslaving, psychiatrische problemen of een beneden gemiddelde intelligentie, verplicht anticonceptie moeten gebruiken. De vrouwen die zich in voornoemde situaties bevinden, zouden een kind niet altijd veilig en gezond op kunnen voeden, aldus De Jonge.
Net zoals iedereen het recht heeft om een gezin te stichten, en daarbij dus kinderen te krijgen, heeft ieder kind recht op leven. Volgens De Jonge is het recht om veilig en gezond op te groeien een net zo fundamenteel recht als het krijgen van kinderen. Als op voorhand al blijkt dat ouders niet goed voor hun kinderen zouden kunnen zorgen, moet het belang van het kind zwaarder wegen. In zo’n geval is niet geboren worden ook een recht van een kind, aldus De Jonge.
Momenteel zijn alle partijen in de Tweede kamer tegen, behalve de PvdA. De argumenten tegen gaan er vooral over dat de overheid niet zou mogen beslissen wie er wel of geen kinderen mogen krijgen. Daar komt ook bij dat de overheid criteria moet samenstellen over wanneer iemand een incompetente ouder is. Daarnaast zou er een inbreuk worden gemaakt op zowel het universele recht op het mogen krijgen van kinderen als op de lichamelijke integriteit. De PvdA vindt dat verplichte anticonceptie wel mogelijk zou moeten zijn in uitzonderlijke situaties. Volgens de partij moet er wel alles aan gedaan zijn om de ouders te helpen en is de verplichte anticonceptie het eindpunt.
Niet alleen een juridische discussie
De Artsenfederatie KNMG is tegen de verplichte anticonceptie. Volgens Gert van Dijk, medisch ethicus bij de KNMG, mogen artsen namelijk geen handelingen verrichten tegen de wil van de patiënt. Bij verplichte anticonceptie mag de arts dus niet meewerken als de patiënte het niet wil. Zowel praktisch als medisch gezien is het dus erg lastig om iemand tot anticonceptie te dwingen.
Vanuit maatschappelijk oogpunt is dit ook een moeilijke kwestie. De vraag rijst of het ethisch wel verantwoord is om de rechter te laten te beslissen over zo’n fundamenteel recht. In dit artikel lees je het verhaal van twee kinderen van zwakbegaafde ouders en hun verschillende meningen over het voorstel van De Jonge.
De discussie over het verplichten van anticonceptie komt ieder jaar weer naar voren, maar ook deze keer lijkt een wettelijke regeling ervoor geen kans van slagen te hebben.