Op 10 januari 2017 bepaalde het EHRM dat ouders van moslimmeisjes verplicht kunnen worden om hun dochters naar het gemengd schoolzwemmen te laten gaan. De zaak was in Zwitserland aangespannen door ouders met een Turkse afkomst. De ouders weigerden namelijk om hun dochters naar zwemles te brengen en kregen een boete van € 1.300,- opgelegd. Naar aanleiding hiervan stapten zij naar het EHRM wegens schending van artikel 9 van de Europese Conventie voor de Mensenrechten.
Door Julia Verschoor
In 2010 weigerden de ouders om hun dochters met anderen, het ging voornamelijk om kinderen van het andere geslacht, te laten zwemmen. Hiervoor kregen zij een boete opgelegd wegens het verzaken van de ‘ouderlijke plicht’. Het EHRM stelt dat het verplicht schoolzwemmen weliswaar op gespannen voet staat met de vrijheid van godsdienst, maar vindt het belangrijker dat migrantenkinderen betrokken blijven bij het integratieproces. Volgens het EHRM moeten jonge migrantenkinderen beschermd worden tegen social exclusion. Hierin speelt onder andere de school een grote rol. Tot slot oordeelt het EHRM dat Zwitserland vrij is om het eigen onderwijssysteem in te richten naar eigen normen, waarden en tradities.
Een soortgelijk geval speelde bij het verkrijgen van de Zwitserse nationaliteit van de familie van een Syrische imam. Zijn twee zoons, 14 en 15 jaar, weigerden om hun leraressen een hand te geven. In eerste instantie ging de school hierin mee. Zij gingen zelfs nog een stapje verder: de jongens hoefden leraren ook geen hand meer te geven “en dat terwijl het gemeengoed is op Zwitserse scholen dat leerlingen voordat de lessen beginnen, hun leraren en leraressen de hand schudden“.
Op dit moment wordt onderzocht of de school met de geboden oplossing juist heeft gehandeld. Ik verwacht, onder andere gezien de uitspraak van het EHRM, dat hier korte metten mee wordt gemaakt. Zwitserland staat er immers ook om bekend dat het een streng beleid voert wat betreft integratie. “Het is niet ongebruikelijk dat een verzoek tot staatsburgerschap wordt geweigerd, als iemand onvoldoende integreert, of zich niet aan de wetten van het land houdt.”
In december 2016 speelde een soortgelijk voorval ook al in Duitsland. In deze zaak betoogde een 11-jarig meisje dat het dragen van een boerkini (waarbij het hele lijf wordt bedekt) in strijd is met de kledingvoorschriften volgens de Islam. Tevens stelde zij dat de vormen van haar lichaam met een natte boerkini zichtbaar was. Het Constitutioneel Hof van Duitsland bepaalde toen ook al dat islamitische meisjes gewoon moeten meedoen aan gemengde zwemlessen op school.