Vorige maand bepaalde de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) in een tussenvonnis dat Edwin S. vóórdat er 25 jaar van zijn gevangenschap zijn verstreken, hij in aanmerking moet kunnen komen voor incidenteel verlof.
Edwin S. werd in 1994 veroordeeld voor de moord op een man en het levensgevaarlijk verwonden van een vrouw uit Badhoevedorp bij een overval. Nu hij 23 jaar en zeven maanden vast heeft gezeten, vindt hij dat hij recht heeft op resocialisatie. De rechtbank in Den Haag oordeelde op 10 augustus jongstleden al dat S. nu recht heeft om aan zijn resocialisatie te beginnen. Incidenteel verlof is een onderdeel hiervan.
Al eerder schreven we over het al dan niet inhumaan zijn van een levenslange gevangenisstraf. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) riep Nederland al vaker op het matje betreffende de toepassing van de levenslange gevangenisstraf. Zo dient een levenslang gestrafte volgens het Hof een ‘possibility to review’ en ‘prospect of release’ te hebben. Aangezien in Nederland levenslang echt levenslang is en er (nog) geen tussentijdse toets is om te kijken of de levenslange gevangenisstraf nog steeds passend is, wordt niet aan die eisen voldaan. Meer daarover is te lezen in de uitspraak van EHRM Vinter (2013). Het niet voldoen aan de eisen levert een schending op van artikel 3 EVRM (folterverbod). In het kader daarvan is dit artikel van Wiene van Hattum interessant om door te lezen.
De beroepscommissie heeft nog niet definitief over de zaak van S. beslist, zo schrijft nu.nl. Ze wil eerst weten wat het plan van resocialisatie is dat justitie van de rechter voor hem moet maken. Ook wil de RSJ nog van het Openbaar Ministerie een advies horen, waarin de belangen van de slachtoffers en nabestaanden zullen worden meegenomen.