Het viel een bedrijfsleider van een Spaanse supermarkt op dat er meer voorraad de winkel verliet dan er werd verkocht. Hij besloot daarop zichtbare en onzichtbare camera’s op te hangen. De verborgen camera’s werden bij de kassa’s geplaatst om het personeel te controleren. Op grond van de beelden werd een aantal caissières op het matje geroepen en ontslagen. Zij stapten uiteindelijk naar het EHRM.
Door Kirsten Rolloos
Voor werkgevers kan het inzetten van verborgen camera’s op de werkvloer van groot belang zijn, bijvoorbeeld bij vermoedens van fraude of diefstal. Echter, dit is niet zomaar toegestaan, zoals ook deze zaak van het EHRM bevestigd. Met verborgen camera’s wordt er een grote inbreuk gemaakt op de privacy van werknemers en eventuele bezoekers. Heimelijk cameratoezicht is daarom enkel onder bepaalde voorwaarden toegestaan.
Strijd met artikel 8 EVRM
De Spaanse rechter accepteerde in eerste aanleg en in hoger beroep de camerabeelden van de werkgever als bewijs. De ontslagen werknemers stapten naar het EHRM, en met succes. Het EHRM oordeelde dat het gebruik van de verborgen camera’s niet voldeed aan de eisen van artikel 8 EVRM. Dat lag onder andere aan het feit dat de werknemers niet van tevoren waren gewaarschuwd over de inzet van verborgen camera’s. Daarnaast was het gebruik niet proportioneel. Zonder specifieke verdenkingen werden alle caissières ieder moment dat zij aan het werk waren achter de kassa gefilmd.
Wat had de werkgever anders kunnen doen, zodat het verborgen cameratoezicht wel zou zijn toegestaan? De inbreuk op de privacy moet zo klein mogelijk zijn en er mag pas naar heimelijk cameratoezicht worden gegrepen als andere inspanningen om een einde te maken aan de diefstal niet hielpen. Verder is het van belang dat werknemers vooraf worden gewezen op de mogelijkheid van verborgen cameratoezicht in bepaalde situaties, zoals bij diefstal of fraude.
Toch ontslag
De Spaanse werkgever mocht de stelende caissières uiteindelijk alsnog ontslaan: er was gelukkig nog genoeg ander bewijs verzameld. Wel hadden de werknemers recht op vierduizend euro schadevergoeding wegens de privacy-inbreuk.