Zweden en Denemarken zoeken naar mogelijkheden om verbrandingen van heilige boeken te verbieden. Het aantal Koranverbrandingen is de afgelopen weken toegenomen en dit baart de twee landen ernstige veiligheidszorgen.
In de Scandinavische landen zijn er al langere tijd anti-islamprotesten. In 2022 ging de extreemrechtse politicus Rasmus Paludan in verschillende Zweedse steden de straat op om Korans te verbranden. Hierdoor liepen de spanningen tussen Zweden en de internationale islamitische gemeenschap hoog op. Moslims beschouwen het beschadigen of respectloos behandelen van hun heilige boek de Koran als heiligschennis waarop in sommige islamitische landen de doodstraf staat.
De relatie tussen Zweden en Turkije was al langer gespannen. Naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne proberen Zweden en Finland toe te treden tot de NAVO. Toetreding is echter alleen mogelijk wanneer elk lid instemt, en Turkije ging niet akkoord. De reden daartoe is onder meer dat Zweden onderdak biedt aan leden van in Turkije verboden Koerdische oppositiegroeperingen. In ruil voor NAVO-toetreding wilde Ankara dat Zweden deze “terroristen” uit zou wijzen. De Zweedse minister van Defensie had daarom een bezoek aan Turkije gepland staan, om de bezwaren tegen de toetreding tot de NAVO weg te nemen.
Koranverbranding voor Turkse Ambassade
Dit bezoek werd echter geannuleerd toen begin dit jaar Rasmus Paludan toestemming kreeg voor een nieuw anti-islamitisch protest. Hierbij stak hij wederom een Koran in brand, dit keer voor de Turkse ambassade. De Turkse president Erdogan reageerde woedend. “Zweden moet van ons geen steun verwachten voor de NAVO. Wie zo’n schande veroorzaakt voor de ambassade van ons land hoeft niet langer enige vriendschap van ons te verwachten voor de aanvraag voor het NAVO-lidmaatschap.” De felheid van zijn reactie werd door internationale waarnemers geplaatst in het licht van de inmiddels door Erdogan gewonnen presidentsverkiezingen en zijn zelf aangemeten rol als verdediger van de Islam.
De Zweedse overheid weigerde vervolgens nieuwe vergunningen uit te geven voor soortgelijke protesten, omdat de openbare orde en veiligheid niet gegarandeerd konden worden. Deze weigering was echter onrechtmatig, zo oordeelde de rechtbank van Stockholm. De wetten over vrijheid van meningsuiting zijn in Scandinavische landen erg ruim en alleen wanneer er sprake is van een onmiddellijke dreiging voor de veiligheid kan deze worden ingeperkt. Volgens de rechter was deze dreiging onvoldoende concreet.
Instemming Turkije
Uiteindelijk stemde Turkije op 10 juli in met de toetreding van Zweden tot de NAVO. Hiervoor heeft Zweden wel een aantal concessies moeten doen. Zo wordt het wapenembargo tegen Turkije ingetrokken en moet er harder tegen terroristische groepen worden opgetreden. Ook werd de antiterrorisme wet aangescherpt, waardoor de Zweedse autoriteiten meer bevoegdheden krijgen voor het vervolgen van mensen die terroristische organisaties steunen.
Grenzen aan de vrijheid van meningsuiting
De Koranverbrandingen in Zweden gaan onverminderd door. Er liggen meerdere verzoeken voor nieuwe anti-islamitische protesten, die de regering door de rechterlijke uitspraken niet kan weigeren. De premier van het land, Kristersson, vreest echter dat er “iets ergs zal gebeuren” als de protesten aanhouden en stelde zelfs dat het land zich in “de ernstigste veiligheidssituatie sinds de Tweede Wereldoorlog” bevindt. Zijn angst werd bevestigd door de bestorming van de Zweedse ambassade eind juli, toen een woedende menigte protesteerde tegen een nieuwe aangekondigde Koranverbranding. Hoewel er brand werd gesticht in de ambassade konden alle medewerkers op tijd in veiligheid worden gebracht.
Daarom gaat Zweden samen met zijn buurland Denemarken onderzoeken of een verbod op Koranverbrandingen mogelijk is. “We hebben geen volledige vrijheid van meningsuiting: we hebben ook een racismebepaling. Er zijn grenzen aan wat men kan zeggen,” aldus Rasmussen, de Deense minister van Buitenlandse Zaken. Samen kijken de landen naar de juridische mogelijkheden om protestacties waarbij andere religies, culturen en landen opzettelijk worden beledigd, te verbieden.