Unified Patent Court-Agreement goedgekeurd door Eerste Kamer

Op 28 juni 2016 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Rechtspraakverdrag aangenomen. In Engelse termen roept dit Rechtspraakverdrag waarschijnlijk meer herkenning op dan in Nederlandse termen: het gaat hier om de Unified Patent Court Agreement, oftewel de ‘overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooirecht’.

Door Céline Teeuwen

Deze overeenkomst roept een Unified Patent Court (UPC) in het leven, dat zal beslissen in geschillen betreffende Europese patenten en Europese patenten ‘met eenheidswerking’– oftewel: ‘normale’ Europese patenten en nieuwe Europese patenten die geldig zijn in de hele Europese Unie. Het Rechtspraakverdrag is eigenlijk onderdeel een patent package, dat verder bestaat uit een verordening die een Europees patent met eenheidswerking in het leven roept (1257/2012) en een verordening over vertaalregelingen (1260/2012). Samen moeten deze instrumenten ervoor zorgen dat lidstaten beter gaan samenwerken om patenten te beschermen.

Het gerecht zelf zal bestaan uit een gerecht van eerste aanleg, een Hof van beroep en een griffie. Het gerecht van eerste aanleg bestaat weer uit een centrale afdeling (in Parijs, Londen en München) en lokale en regionale afdelingen, allen bestaande uit drie rechters. De lokale en regionale afdelingen kunnen worden ingesteld op verzoek van de lidstaten. Het Hof van beroep valt uiteen in kamers, die allemaal vijf rechters tellen: drie daarvan zijn juridisch geschoold en twee daarvan zijn technisch geschoold. Dit komt hopelijk de uitkomst van geschillen ten goede, gezien de vaak nogal technische aard van rechtszaken over patenten. Denk bijvoorbeeld aan de vrij recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie in Huawei v ZTE, een zaak die ging over het al dan niet uitgeven van licenties op standard-essential patents (oftewel standaard-patenten).

Naast het feit dat de gerechten voortaan bestaan uit rechters van verschillende lidstaten gecombineerd, is één uitspraak voortaan geldig in alle lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst. Een patenthouder hoeft dus niet meer in elke afzonderlijke lidstaat een procedure te starten. Dit is efficiënter en zorgt voor meer rechtszekerheid. Tot op heden is forum shopping namelijk een lucratieve bezigheid voor bedrijven die veel patentzaken aanhangig maken; sommige landen staan erom bekend de patenthouder relatief makkelijk in het gelijk te stellen, terwijl andere landen juist veel meer bewijs eisen van de patenthouder. Het gerecht beschikt over ruime bevoegdheden, zoals beschreven in artikel 32 van het verdrag. Het is exclusief bevoegd om kennis te nemen van onder andere vorderingen wegens (dreiging van) inbreuk op patenten, vorderingen tot het verkrijgen van voorlopige en bewarende maatregelen, vorderingen tot nietigverklaring van een patent én reconventionele vorderingen tot nietigverklaring van een patent.

De goedkeuring van het wetsvoorstel moet nog wel doorgegeven worden aan de Raad van de Europese Unie. Een overzicht van alle landen die de overeenkomst geratificeerd hebben is hier te vinden.