Op 13 februari jl. oordeelde De Grote Kamer dat Spanje geen mensenrechten heeft geschonden door twee mensen die het hek om de Spaanse exclave Melilla over waren geklommen, meteen weer terug te sturen naar Marokko zonder hun de mogelijkheid te geven om asiel aan te vragen. De Grote Kamer was van mening dat door het gedrag van de klagers, zij er zelf voor hebben gekozen om niet de wettelijke procedures te volgen. Hulporganisaties zijn van mening dat door deze uitspraak alle rechten van vluchtelingen en migranten genegeerd worden.
Door Lisanne Wigboldus
De twee klagers, N.T. uit Ivoorkust en N.D. uit Mali, maakten met steun van ECCHR (Europees Centrum voor Constitutionele Mensenrechten) op 12 februari 2015 een zaak aanhangig bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Zij klaagden over het feit dat zij onderworpen waren aan een collectieve verwijdering zonder een individuele beoordeling van hun omstandigheden.
Inhoud van de zaak
De twee aanklagers, hierna te noemen N.D. en N.T., zijn onderdanen van Mali en Ivoorkust en zijn geboren in 1986 en 1985. N.D. verklaarde dat hij Mali had verlaten vanwege het gewapende conflict daar in 2012. Hij kwam in maart 2013 aan in Marokko en verbleef in het migrantenkamp dichtbij de grens met Melilla. N.T. verklaarde dat hij eind 2012 in Marokko arriveerde en daar ook verbleef in het migrantenkamp.
De stad Melilla is een Spaanse enclave aan de Noord-Afrikaanse kust omringd door Marokkaans grondgebied. De Spaanse autoriteiten hebben een barrière langs de 13 km lange grens gebouwd die sinds 2014 drie parallelle hekken omvat. Er zijn vier grensdoorlaatposten. Tussen deze punten patrouilleren de Spaanse guardia civil om illegale binnenkomst te voorkomen.
In de vroege ochtend op 13 augustus 2014 probeerden een grote groep de stad Melilla binnen te komen. De Marokkaanse politie wist bij ongeveer 500 migranten te voorkomen dat zij het buitenhek beklommen. Ongeveer 100 migranten slaagden hier toch in. Uiteindelijk wisten ongeveer 75 migranten de top te bereiken maar slechts enkelen kwamen op Spaanse bodem waar zij de Spaanse guardia civil tegenkwamen. Anderen, waaronder N.D. en N.T., bleven bovenop het binnenhek zitten. De Spaanse guardia civil hielp de migranten op het hek naar beneden te komen waarnaar zij terug werden gebracht naar Marokkaans grondgebied. Er zou geen identificatieprocedure zijn ondergaan en de migranten hebben geen gelegenheid gehad om hun persoonlijke omstandigheden toe te lichten.
De twee klagers stelden dat door deze collectieve en onmiddellijke uitzetting hun rechten waren geschonden om als individu asiel aan te vragen. Onder verwijzing naar artikel 4 van protocol 4 bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens gaf het Europese Hof in februari 2015 de klagers gelijk. Dit artikel verbiedt collectieve uitwijzing. Spanje liet het hier niet bij zitten en ging op 14 december 2017 tegen deze uitspraak in beroep. Op 29 januari 2018 werd het verzoek geaccepteerd door De Grote Kamer waarnaar op 26 september 2018 een hoorzitting zou worden gehouden.
Spanje krijgt toch nog gelijk
De Grote Kamer deed donderdag 13 februari 2020 uitspraak in deze procedure. Het oordeel is tot stand gekomen door 17 rechters. Het Hof is van mening dat “the applicants had been members of a group comprising numerous individuals who had attempted to enter Spanish territory by crossing a land border in an unauthorised manner, taking advantage of their large numbers and in the context of an operation that had been planned in advance.”
Dat de twee aanklagers nu geen individueel asiel meer kunnen aanvragen is het gevolg van hun eigen gedrag volgens het Hof: “They had not made use of the existing legal procedures for gaining lawful entry to Spanish territory in accordance with the provisions of the Schengen Borders Code concerning the crossing of the Schengen area’s external borders. Consequently, the Court considered that the lack of individual removal decisions could be attributed to the fact that the applicants had not made use of the official entry procedures existing for that purpose, and that it had thus been a consequence of their own conduct. Accordingly, there had been no violation of Article 4 of Protocol No. 4.”
Hulporganisaties
Hulporganisaties zoals het ECCHR zijn het niet eens met de uitspraak van het Europese Hof. Het ECCHR laat op haar website weten van mening te zijn dat de rechtbank alle rechten van vluchtelingen en migranten ontkent. Ook is men van mening dat deze uitspraak zou kunnen worden gebruikt als carte blanche voor geweldadige push-backs op andere plekken in Europa. Een van de advocaten van de twee klagers, Boye, laat weten dat met deze uitspraak van het Europese Hof niet alleen het Spaanse concept van een wetteloze grenszone accepteert, maar dat zij tevens een nieuwe doctrine toevoegt die op iedere zaak kan worden toegepast: wie zichzelf in een onwettige situatie plaatst, wordt niet beschermd door de rechten die zijn erkend in de conventie.
Tegen de uitspraak van De Grote Kamer is geen beroep meer mogelijk.
Onlangs werd ook bekend dat Spanje de hekken met 30% gaat verhogen rond exclaves in Marokko om migranten buiten te houden.