Een man die vanwege zijn geloofsovertuiging zijn baard niet wilde afscheren voor deelname aan een opleiding is gekort op zijn bijstandsuitkering door de gemeente Amersfoort. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft op 26 februari 2019 geoordeeld dat de gemeente de uitkering terecht verlaagd heeft.
Door Gracièla van Duinkerken
De man ontving een bijstandsuitkering. Als je bijstand ontvangt, ben je verplicht om gebruik te maken van de mogelijkheden die de gemeente biedt om aan het werk te gaan of om de kans op werk te vergroten, bijvoorbeeld door het volgen van een opleiding. Uitgangspunt is namelijk dat een bijstandsgerechtigde zo snel mogelijk zelf in zijn bestaan voorziet. Als je deze verplichting niet nakomt, mag een gemeente de bijstand verlagen.
In deze zaak kreeg de man een opleiding tot asbestverwijderaar met baangarantie aangeboden. Deelnemers aan deze opleiding moeten voor het dragen van het verplichte veiligheidsmasker gladgeschoren zijn. Dit weigerde de man, omdat hij zijn baard draagt uit geloofsovertuiging.
Inbreuk op vrijheid van godsdienst…
Het gaat in deze zaak om de vraag of de gemeente met deze beslissing inbreuk heeft gemaakt op de vrijheid van godsdienst die is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De vervolgvraag is of de inbreuk noodzakelijk was: alleen dan is de inbreuk toegestaan.
De CRvB heeft geoordeeld dat het dragen van een baard in dit geval onder de vrijheid van godsdienst valt. De man draagt immers een baard uit geloofsovertuiging. Het verbod om een baard te dragen bij deelname aan de opleiding tot asbestverwijderaar is daarom een inbreuk op de vrijheid van godsdienst.
….maar wel een noodzakelijk inbreuk
Echter, voor die inbreuk had de gemeente Amersfoort volgens de CRvB een geldige reden. Bij het verwijderen van asbest is het dragen van een masker vanwege de gezondheidsrisico’s een wettelijk vastgestelde verplichting. Het masker moet goed aansluiten op het gezicht. De verplichting om gladgeschoren te zijn is dus wettelijk vastgelegd en noodzakelijk in het belang van de gezondheid van de werknemer. Daar komt bij dat de man weinig andere kansen had op het vinden van werk. De opleiding was voorzien van een baangarantie en met zijn weigering om deel te nemen aan de opleiding legt de man een onnodige druk op de publieke middelen.
Vergelijkbare zaak in gemeente Tilburg
De CRvB gaf ook in een andere zaak een eindoordeel over het verlagen van bijstand door de gemeente Tilburg. In die zaak weigerde een bijstandsgerechtigde in Tilburg te werken bij een kringloopwinkel, omdat hij op vrijdagmiddag de moskee bezoekt en op zaterdag volgens zijn omgangsregeling voor zijn kinderen zorgt. De verplichting om op vrijdag en/of zaterdag te werken is een inbreuk op de godsdienstvrijheid respectievelijk het recht op gezinsleven.
De CRvB oordeelde in deze zaak dat de gemeente geen geldige reden had voor het verlagen van de uitkering. De inbreuk op de vrijheid van godsdienst was, in tegenstelling tot de andere zaak, niet noodzakelijk. Volgens de CRvB maakten de openingstijden van de winkel het namelijk ook mogelijk om de bijstandsgerechtigde op andere dagen in te roosteren.