Tweede Kamer wil vergoeding affectieschade voor broers en zussen

De Tweede Kamer heeft begin deze maand unaniem een motie aangenomen waarmee broers en zussen van slachtoffers in aanmerking komen voor vergoeding van affectieschade.

Naasten of nabestaanden van slachtoffers van ernstige misdrijven of ongevallen hebben recht op affectieschade. Dit is geregeld in het Besluit vergoeding affectieschade, die in 2019 in werking is getreden. De geldsom die naasten of nabestaanden krijgen is een vergoeding voor de immateriële schade die zij oplopen. In de nota van toelichting bij het Besluit is te lezen dat “de vergoeding (..) een symbolisch karakter [heeft], omdat zij geen compensatie kan bieden voor het verdriet van de naaste”. Bij de vergoeding gaat het om een bedrag tussen de 12.500 en 20.000 euro.

Erkenning leed

De vergoeding is vooral bedoeld voor de erkenning van het leed van de naasten. Onder die naasten vallen op dit moment alleen de partner, kinderen en ouders van het slachtoffer of een vergelijkbare relatie. Slechts wanneer er sprake is van een zeer nauwe persoonlijke relatie tot het slachtoffer, kan de rechter besluiten ook aan de broer en/of zus affectieschade toe te kennen. Deze uitzonderingsclausule past de rechter echter vrijwel nooit toe. Om die reden werd de motie ingediend om de broers en zussen uitdrukkelijk in de kring van gerechtigden op te nemen.

Op dit moment wordt het Besluit geëvalueerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), waar wordt gekeken of het Besluit de beoogde doelstellingen heeft gehaald. Daarnaast zal het WODC ook de voor- en nadelen van het wijzigen van de kring van gerechtigden onderzoeken en hierover advies uitbrengen.