De nieuwe transitievergoeding niet langer een ‘gouden handdruk’

Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in januari en juli van dit jaar, is het ontslagrecht op de schop gegaan, zo ook de ontslagvergoeding. Voor de invoering van de WWZ kenden wij de kantonrechtersformule als rekenmodel voor een ontslagvergoeding.

Door Bram de Jong

Nu hebben wij te maken met de transitievergoeding, die de werkgever verschuldigd is bij een einde van een dienstverband die langer heeft geduurd dan 24 maanden. De vergoeding is aanzienlijk lager dan vóór de invoering van de WWZ. Van een ‘gouden handdruk’ is geen sprake meer.

De transitievergoeding is een vast bedrag, dat wordt vastgesteld aan de hand van het arbeidsverleden van de werknemer, wiens dienstverband is beëindigd. Het kan hierbij echter ook gaan om een einde van het dienstverband van rechtswege, als gevolg van afloop van een tijdelijk arbeidscontract, mits de duur van het totale dienstverband meer dan 24 maanden bedraagt. De transitievergoeding is alleen niet verplicht bij opzegging op initiatief van de werknemer of bij ontslag op staande voet. Bij ontslag vanwege disfunctioneren is de werkgever dus wel een transitievergoeding verschuldigd.

De werkgever is sinds de invoering van de nieuwe arbeidsrechtelijke wetgeving dus eerder en vaker een ontslagvergoeding verschuldigd aan zijn (ex)werknemer. Het goede nieuws voor de werkgever is dat de vergoeding zelf lager is dan de vergoeding vóór de intreding van de WWZ.

De hoogte van de transitievergoeding wordt als volgt berekend:
Over de eerste 10 jaar van het dienstverband heeft de werknemer over iedere periode van 6 maanden recht op 1/6 van het in geld vastgestelde maandinkomen. Perioden van 6 maanden na de eerste 10 jaar van het dienstverband levert recht op 1/4 van het in geld vastgestelde maandinkomen. Als maximum is € 75.000,- opgenomen (€76.000,- in 2016) in de nieuwe wet, tenzij het jaarinkomen hoger ligt dan voornoemd bedrag. In dat geval wordt dit hogere jaarinkomen als maximum aangehouden.

Op studenten met een bijbaan heeft de invoering van de transitievergoeding wellicht weinig effect. Voor het recht hebben op een transitievergoeding is namelijk vereist, dat de werknemer ouder is dan 18 jaar bij het ontslag en meer dan 12 uur gemiddeld per week heeft gewerkt.