Het Nederlandse cosmeticabedrijf Rituals heeft zich schuldig gemaakt aan discriminatie. Dat was onlangs het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens. Het bedrijf liet vrouwelijke werknemers tijdens hun werk verplicht make-up dragen, terwijl deze regel niet gold voor hun mannelijke collega’s.
Rituals is met meer dan honderd winkels en een wereldwijde omzet van ruim een miljard euro één van de snelst groeiende bedrijven van Nederland. De cosmeticazaak staat vooral bekend om producten als doucheartikelen, geurstokjes en luxe geschenksets, maar verkoopt ook kleding en make-up. Rituals probeert zich van andere cosmeticawinkels te onderscheiden door onder meer de uitstraling van de medewerkers in alle filialen hetzelfde te houden. Hiertoe hanteert het bedrijf een stylingrichtlijn die alle medewerkers verplicht zichtbaar de make-up van Rituals laat dragen. De praktijk laat echter zien dat vooral de vrouwelijke werknemers zich strikt aan deze richtlijn moeten houden.
Een (inmiddels oud-)medewerkster van Rituals stapte hierom in november 2021 naar het College voor de Rechten van de Mens. Zij vindt dat de cosmeticazaak met zijn make-up-eis vrouwelijke werknemers discrimineert, aangezien de regel in de praktijk niet lijkt te gelden voor mannelijke collega’s. Rituals is daarentegen van mening dat artikel 7:646 lid 2 BW van toepassing is en dat de make-upregel in dit licht functioneel en noodzakelijk is voor de uitoefening van het beroep. Het is immers mogelijk dat Rituals meer make-upproducten verkoopt als (vrouwelijke) klanten zien dat medewerksters de make-up ook dragen.
Arbeidsomstandigheden
Het College voor de Rechten van de Mens maakte korte metten met de argumenten van Rituals. Zo oordeelde de toezichthouder dat artikel 7:646 lid 2 BW helemaal niet van toepassing is. Dit artikel bevat immers regels voor individuele arbeidsovereenkomsten, terwijl het in deze zaak gaat over een eis die betrekking heeft op de arbeidsomstandigheden van een groep werknemers. Bedrijven zijn overigens zelf verantwoordelijk voor het stellen van regels omtrent arbeidsomstandigheden, al mogen ze hierbij geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. Een dergelijk onderscheid is wel toegestaan als het noodzakelijk en functioneel is voor de uitoefening van het beroep en niet in de weg staat aan de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt.
De make-up-eis van Rituals is volgens het college niet noodzakelijk om het beroep van verkoopmedewerker te kunnen uitoefenen. Vrouwelijke werknemers kunnen immers ook make-upproducten verkopen zonder zelf de make-up te dragen: hun mannelijke collega’s zijn hiervan het levende bewijs. Daar komt bij dat het assortiment van Rituals slechts voor een klein deel uit make-upproducten bestaat, wat ook de functionaliteit van een make-up-eis wegneemt. Het college stelt verder dat de make-upverplichting een ongerechtvaardigd zware last oplevert voor vrouwelijke medewerkers, omdat zij zich – in tegenstelling tot mannelijke werknemers – voor elke werkdag eerst moeten opmaken.
‘Regel al afgeschaft’
Rituals laat weten de situatie te betreuren en inmiddels contact te hebben gehad met de oud-medewerkster. Het bedrijf heeft in overleg met haar de stylingrichtlijn aangepast, waardoor het dragen van make-up nu voor álle medewerkers een ‘vrijwillige optie’ is. Deze wijzigingen zouden echter drie maanden geleden al zijn doorgevoerd. Het College voor de Rechten van de Mens heeft volgens Rituals dan ook ‘een oordeel geuit over een situatie die niet langer geldend is’.
Werknemers en andere betrokkenen vertellen overigens een ander verhaal. Zij stellen dat Rituals nog altijd van vrouwelijke werknemers verwacht dat zij make-up dragen, en dan bij voorkeur van het bedrijf zelf. Medewerksters die helemaal geen make-up dragen, zouden zelfs worden weggestuurd. Rituals zegt van dergelijke verhalen niets te weten.