Slachtoffers van mensenhandel worden sinds jaar en dag door hun uitbuiters gebrandmerkt met tatoeages. Volgens Janine Janssen, hoofdonderzoeker bij het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld, moet de politie bij het opsporen en tegengaan van mensenhandel systematisch gebruik gaan maken van die tatoeages. Dit wordt volgens Janssen momenteel nog niet in voldoende mate gedaan.
Door Sophie Karatzas
Slachtoffers van mensenhandel krijgen vaak tegen hun wil een barcode of de initialen van hun pooier of loverboy op hun lichaam getatoeëerd. Zo laten mensenhandelaars hun macht zien. ‘Deze is van mij’, drukken dergelijke tatoeages uit.
Juridische relevantie
Janssen vindt dat de politie de tatoeages van slachtoffers van mensenhandel een grotere rol moet laten spelen in het opsporingsonderzoek. De tatoeages zouden volgens haar systematisch onderzocht moeten worden. Hierdoor kunnen namelijk verbanden worden gelegd tussen tatoeages en kan dezelfde tattoo op verschillende slachtoffers worden gelinkt aan dezelfde mensenhandelaar, aldus Janssen.
Het systematisch analyseren van tatoeages zou in theorie dus erg handig kunnen zijn. Juridisch gezien is het echter zo gemakkelijk nog niet. Immers, welke gevolgen zou dit met zich mee brengen? Moet de politie dan voortaan niet alleen het DNA en de vingerafdrukken van een verdachte afnemen, maar ook eventuele tatoeages van diens slachtoffers inventariseren? En hoe vaak komen brandmerkende tatoeages überhaupt voor in ons land? Bovendien gaat het dan om sporen op slachtoffers in plaats van op verdachten, hoe zit dat juridisch gezien eigenlijk in elkaar? Ook Janssen weet de antwoorden op deze vragen (nog) niet, maar pleit desondanks voor meer systematiek. Tatoeages zijn namelijk ”veel meer dan alleen platte plaatjes”, concludeert ze.
Verenigde Staten en Rusland
Het brandmerken van slachtoffers van mensenhandel door middel van tatoeages is ook geen ongekend probleem in andere landen, waaronder de Verenigde Staten. Zo wordt met de Engelse term ‘slave-branding’ aangetoond hoe een mensenhandelaar zijn slachtoffers als eigendom brandmerkt met een tattoo. Veelvoorkomende tatoeages van slachtoffers in Amerika zijn barcodes, een kroon met de initialen van de mensenhandelaar, de naam van de uitbuiter, een dollarteken of een zak met geld.
In Amerikaanse en Russische gevangenissen is al veel onderzoek verricht naar de betekenis van tatoeages van gevangenen. In de Verenigde Staten is een traan op het gezicht veruit het meest bekende voorbeeld van een tattoo met een specifieke betekenis. De drager van die tattoo heeft meestal iemand van het leven beroofd. Verder hebben veel bendeleden in Amerikaanse gevangenissen tatoeages die hun gang representeren.
Een van de meeste bekende onderzoeken naar tatoeages van Russische gevangenen werd verricht door Arkady Bronnikov in de Sovjettijd. De tatoeages van Russische veroordeelden staan vaak symbool voor het misdrijf dat ze hebben gepleegd. Zo staan religieuze tatoeages, zoals kerken of engelen, symbool voor diefstal en een schedel met gekruiste botten tonen aan dat de drager een levenslange gevangenisstraf uitzit. Verder staat een zeemeermin symbool voor kindermishandeling en een meisje dat haar jurkje met een vishengel probeert te vangen, symboliseert verkrachting.
Tatoeages kunnen de politie dus meer informatie bieden dan men in eerste instantie zou denken, en dat is precies wat Janine Janssen probeert over te brengen.