Daders van dierenmishandeling staan in de toekomst strengere straffen te wachten. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat een wetsvoorstel indienen waarin staat dat dierenmishandelaars een houdverbod van maximaal tien jaar kunnen krijgen. Dierenleed moet hiermee zo veel mogelijk worden aangepakt en tegengegaan.
Door Gracièla van Duinkerken
Bij het tegengaan van dierenverwaarlozing en -mishandeling wordt het voor de rechter mogelijk om – naast een gevangenisstraf, werkstraf of een geldboete – een houdverbod van dieren op te leggen. Het houdverbod houdt in dat het voor personen verboden is om gedurende een vastgestelde periode huisdieren te houden.
Huidig houdverbod als bijzondere voorwaarde
Momenteel kan een houdverbod alleen worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Indien de veroordeelde dierenmishandelaar de bijzondere voorwaarde overtreedt door alsnog een huisdier te houden, moet de volledige straf ondergaan worden. Het onwenselijke effect is dat het houdverbod vanaf dat moment direct komt te vervallen. De dieren kunnen dan zelfs niet weggehaald worden bij de eigenaren, waardoor het risico op herhaling van de dierenmishandeling vergroot wordt en het houdverbod niet zijn doel heeft bereikt. In de praktijk zou dit namelijk betekenen dat een veroordeelde na het uitzitten van zijn straf opnieuw dieren kan gaan houden, met alle gevolgen van dien.
Toekomstig houdverbod als zelfstandige maatregel
In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid gepresenteerd dat een rechter altijd een houdverbod kan opleggen aan dierenmishandelaars, en het dus niet alleen als bijzondere voorwaarde opgelegd kan worden. Het houdverbod wordt dus een zelfstandige maatregel. Dit zorgt ervoor dat, in het geval dat iemand met een houdverbod alsnog ‘betrapt’ wordt met een huisdier, deze dieren nu wel meteen weggehaald kunnen worden.
Het introduceren van het houdverbod als zelfstandige maatregel is niet nieuw. In 2010 diende D66-kamerlid Boris van der Ham al een motie in met diezelfde strekking. Daarnaast is dit voorstel een nadere uitwerking van een eerder concept in de Contourenbrief houdverbod van minister Blok, waarbij de duur voor het kunnen opleggen van een houdverbod op vijf jaar stond. In het wetsvoorstel van minister Grapperhaus kan het verbod maximaal tien jaar duren en wordt deze duur dus verdubbeld.
Overige maatregelen
Het zelfstandig houdverbod is niet het enige wat het wetsvoorstel bewerkstelligt. De rechter zou in de toekomst bijvoorbeeld ook een gebiedsverbod als zelfstandige maatregel kunnen opleggen. Dit zou het geval kunnen zijn bij mensen die geen eigen dieren mishandelen, maar wel dieren in een stal, weide of een kinderboerderij. Daarnaast wordt er een ‘educatieve maatregel’ in het wetsvoorstel opgenomen. Houders van huisdieren kunnen in de toekomst op cursus worden gestuurd door de rechter, waarbij ze leren hoe je dieren zou moeten verzorgen. Die maatregel is bedoeld voor dierhouders die hun beesten verwaarlozen, maar dit niet met opzet doen, bijvoorbeeld uit onkunde of onwetendheid. Dit zijn enkele van de beoogde maatregelen.
Daarnaast bevat het wetsvoorstel een uitbreiding van de huidige wet ten behoeve van de onrust die heerst over honden die bijtincidenten veroorzaken. Om dit tegen te gaan wordt niet alleen het ophitsen van een dier tegen een ander dier als misdrijf strafbaar gesteld, maar ook het onvoldoende terughouden van een dier dat aanvalt.
Al met al biedt het wetsvoorstel de rechter de mogelijkheid om dierenmishandelaars strenger te straffen en dierenleed tegen te gaan. Daarnaast geeft de overheid met dit wetsvoorstel een duidelijk signaal af dat mishandeling en verwaarlozing van dieren onacceptabel wordt gevonden. Het is afwachten of, en wanneer, het wetsvoorstel van kracht wordt.