Stichting Urgenda wint ook in cassatie

De Hoge Raad heeft vrijdag bepaald dat de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in de Urgenda zaak in stand kan blijven. Daarmee volgt de Hoge Raad het advies van de procureur-generaal en advocaat-generaal. Dit betekent dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen voor het einde van 2020 met tenminste 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990.

Door Winand Kuiper

De Stichting Urgenda daagde de Nederlandse Staat in 2015 voor de rechter, omdat de stichting van mening was dat de Staat te weinig deed aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De rechter besliste in juni 2015 in het voordeel van Urgenda. De rechtbank kwam tot dit oordeel door te stellen dat de Nederlandse Staat een zorgplicht had geschonden door zich niet te houden aan internationale verdragen en nationale wetten.

De Nederlandse Staat ging vervolgens in hoger beroep, maar ving bot bij het Gerechtshof Den Haag. Het hof vond dat de Staat zich moest houden aan artikel 2 en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), respectievelijk het recht op leven en het recht op eerbiediging van de privésfeer. De Staat kon zich niet vinden in de uitspraak van het gerechtshof en ging in cassatie.

Er kwam kritiek op de rol van de rechters na de uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof. De rechters zouden op de stoel van politici gaan zitten. Deze kritiek werd zowel door de rechtbank als door het gerechtshof van tafel geveegd. De rechters vonden dat de verdragen juridisch toetsbaar zijn, nu de Nederlandse Staat zich aan de rechtsgeldige verdragen heeft gebonden.

Cassatie

De Hoge Raad kan zich vinden in de uitspraak van het gerechtshof en oordeelt dat deze in stand kan blijven. Eerder hadden de procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink dit al geadviseerd in hun conclusie. De Hoge Raad is het met het gerechtshof eens dat de artikelen 2 en 8 EVRM de Staat ertoe verplichten maatregelen te nemen om deze rechten van burgers te beschermen.

Vervolg

De Nederlandse Staat is nu gehouden zich in te zetten om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. In 2018 bleek dat Nederland op dertien procent reductie zat, maar wel op koers lag om tot een reductie van 23 procent te komen. Minister Wiebes van Economische Zaken liet na de uitspraak van het gerechtshof weten dat Nederland het doel in 2020 waarschijnlijk zal halen. Het kabinet gaat daarbij af op metingen en ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Nu 2020 met rasse schreden nadert, wordt de vraag of de Nederlandse Staat het doel van tenminste 25 procent reductie van de uitstoot van broeikasgassen gaat halen alleen maar groter. Het is afwachten welke maatregelen de Staat nu gaat nemen om aan de uitspraak van de Hoge Raad te voldoen.