Steeds minder zaken voor de rechter

Het aantal rechtszaken is in bijna alle rechtsgebieden verminderd, zo bleek uit het jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak. In 2018 werden rond de 1,5 miljoen rechtszaken afgehandeld door rechtbanken. Dat zijn er vijftigduizend minder dan in 2017, een afname van vier procent.

Door Douae Youssef

De dalingen met betrekking tot het aantal rechtszaken waren voornamelijk zichtbaar in de civiele zaken en incassozaken. Ook de kantonzaken en alimentatiezaken verminderden aanzienlijk. De grootste daling deed zich voor bij bestuursrecht: het aantal belastingzaken nam af met 22 procent ten opzichte van 2017. De Raad voor de Rechtspraak stelt zich op het standpunt dat de stijging van de griffiekosten– de kosten die betaald moeten worden om te kunnen procederen- geleid hebben tot de daling in 2018. Ook het aantal strafzaken is gedaald, namelijk met vier procent. Opvallend is dat jeugdrechtzaken met betrekking tot uithuisplaatsingen en gedwongen jeugdhulp juist toenamen met ongeveer twee procent.

Naast dat het aantal rechtszaken gedaald is, hebben rechtbanken te maken met flinke geldtekorten. Zo was er in 2018 een tekort van bijna veertig miljoen euro in de rechtspraak.

Het aantal zaken heeft direct gevolg voor geldtekorten, aangezien de rechtbanken per individuele zaak betaald krijgen. Een andere oorzaak voor het geldtekort was het feit dat digitaliseringsprojecten zoals het KEI-project anders uitpakten dan verwacht en zelfs stopgezet zijn.

Daarnaast blijkt dat de werkdruk enorm is voor de werknemers binnen de rechtspraak.
Dit zou het gevolg zijn van de toename van de complexiteit van rechtszaken, terwijl er vanuit het rijk bezuinigingen opgelegd worden. Helaas lijkt er voor in de nabije toekomst geen oplossing te zijn voor de problemen, aangezien de Raad voor de rechtspraak meermaals heeft laten weten te verwachten dat het tekort verder zal oplopen.

Ondanks dat het er momenteel niet allemaal rooskleurig uitziet voor de rechtbanken, zijn er toch enkele ontwikkelingen die wel positief te noemen zijn. Dit is bijvoorbeeld te zien in de projecten die opgezet zijn en die gericht zijn op maatschappelijk effectieve rechtspraak. Zo zijn er initiatieven ontstaan zoals de regelrechter en wijkrechters, gericht op het laagdrempelig oplossen van problemen.

De regelrechter onderzoekt samen met partijen in een gesprek of het mogelijk is om onderling een probleem op te lossen. Als dat niet lukt, hakt de regelrechter alsnog de knoop door. Bij de wijkrechter kan men terecht met bijvoorbeeld conflicten met de wooncorporatie of buren. De rechter gaat vervolgens in gesprek met de partijen om te kijken of oplossing onderling een optie is. Zo niet, hakt de wijkrechter -net als de regelrechters- de knoop door. Ook probeert de rechtbank Noord-Holland tot effectievere rechtspraak te komen door een bouwrechter in te zetten.

De rechtspraak kampt met geldtekorten en het feit dat het aantal rechtszaken verminderd is, maar aan de andere kant zijn er weer andere initiatieven die als doel hebben om conflicten vreedzaam op te lossen.