Spreekrecht in strafzaken wordt weinig gebruikt

Sinds het intreden van het spreekrecht voor slachtoffers in 2005, is hier nog maar relatief weinig gebruik van gemaakt.  Sterker nog, er wordt vaker afgezien van het gebruik dan dat slachtoffers deze mogelijkheid aangrijpen. Dit blijkt uit onderzoek van Pointer. De slachtoffers die wél gebruik maakten van het spreekrecht, geven aan dat het spreekrecht voor hen een helende werking had. Slachtoffers zouden zich meer gehoord voelen, wat bijdraagt aan de emotionele verwerking van het voorval. 

Het spreekrecht werd in 2005 ingevoerd en is het recht van slachtoffers bij zwaardere misdrijven om zich uit te spreken over de gebeurtenis en hun kant van het verhaal te belichten. Het slachtoffer krijgt de mogelijkheid om de verdachte direct aan te spreken. Doorgaans zal het slachtoffer proberen de verdachte inzicht te geven in de lijdensweg die hij of zij heeft moeten doorstaan, na het voorval. Dit hoeft niet per se uit het hoofd. Het slachtoffer kan ook een verklaring voorlezen of opsturen. Ook zijn er mogelijkheden om anderen namens het slachtoffer te laten spreken.

Uitbreiding van het spreekrecht

Uit het onderzoek van Pointer blijkt dus dat er van het spreekrecht weinig gebruik wordt gemaakt. Slechts in twintig procent van de gevallen wordt het spreekrecht benut. In 2024 bestond er bij 25.000 strafzaken de mogelijkheid voor het slachtoffer om zijn of haar spreekrecht uit te oefenen. In zo’n 4200 zaken werd gebruikgemaakt van een schriftelijke slachtofferverklaring, 1500 daarvan werden voorgelezen door de advocaat van het slachtoffer en niet door het slachtoffer zelf. 

Het spreekrecht is de afgelopen jaren steeds uitgebreid. Bij de invoering van het spreekrecht tot aan het jaar 2016 mochten slachtoffers zich enkel uitlaten over de gevolgen van het voorval. In 2016 werd besloten om dit uit te breiden. Nu hebben slachtoffers het recht om de verdachte direct toe te spreken, zich uit te laten over de mogelijke straf die opgelegd dient te worden en te vertellen of zij de verdachte schuldig achten of niet. De meest recente wijziging van het spreekrecht dateert uit 2023. Sindsdien mogen ook stief- en pleegfamilieleden het woord voeren namens het slachtoffer. Het slachtoffer dient sinds 2023 ook verplicht aanwezig te zijn tijdens de voordracht van de slachtofferverklaring.

Kritiek

Ondanks het feit dat veel slachtoffers positieve ervaringen overlaten aan het uitoefenen van hun spreekrecht, zijn er ook critici. Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten staat het spreekrecht op gespannen voet met de onschuldpresumptie. In het strafproces wordt ervan uitgegaan dat de verdachte onschuldig is. Desondanks krijgt het slachtoffer de mogelijkheid om zich openlijk uit te spreken over de schuld van de verdachte, ook al is deze taak aan de rechter toegewezen. Ook schieten slachtoffers soms uit hun slof. De emoties lopen dan te hoog op, waarbij verdachten voor van alles en nog wat worden uitgemaakt.