Speekseltesten leiden steeds vaker tot ontmaskering drugsgebruik

In 2017 werd de Wet verbeteren aanpak drugs in het verkeer geïntroduceerd. Doel was een striktere controle op het drugsgebruik in het verkeer. Kortgezegd geeft deze wet de politie de bevoegdheid om bij vermoeden van drugsgebruik een speekseltest af te nemen bij een verkeersdeelnemer. Twee jaar later kan worden gesteld dat deze bevoegdheid daadwerkelijk heeft geleid tot meer ontdekkingen van drugsgebruik in het verkeer.

Door Douae Youssef

Bij het afnemen van een speekseltest kan de uitslag negatief of positief uitvallen. Indien er sprake is van een positieve uitslag, wordt de speekseltest gevolgd door een bloedafname. Het is dan vervolgens aan een forensisch laboratorium om de exacte concentratie van de drugs te onderzoeken. Zo kan worden vastgesteld of iemand meer drugs heeft gebruikt dan toegestaan. De toegestane hoeveelheid staat gelijk aan de toegestane invloed van het maximum aan twee biertjes waarmee iemand nog achter het stuur mag kruipen.

Maatregelen

Wanneer iemand te veel drugs heeft gebruikt, kunnen diverse maatregelen worden getroffen. Zo is het Openbaar Ministerie (OM) bevoegd om de verkeersdeelnemer (die drugs gebruikt heeft) te vervolgen en kan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) het rijbewijs intrekken. Zo heeft het CBR sinds de invoering van de wet bij ruim tweeduizend mensen moeten beoordelen of zij hun rijbewijs mogen houden. Daarnaast dienen ook nog eens de onderzoekskosten van het CBR van 1.162 euro en een boete van 850 euro betaald te worden. Indien de onderzoekskosten niet tijdig worden betaald, wordt het rijbewijs niet teruggegeven. Aan het gebruiken van drugs in het verkeer kleeft dus een flink prijskaartje.

Ook het OM heeft de wens om zeer strikt op te treden tegen drugsgebruik in het verkeer. Inmiddels leveren ruim achthonderd speekseltesten per maand een positief resultaat op. In ruim 85 procent van de gevallen is er ook daadwerkelijk sprake is van drugsgebruik van een verkeersdeelnemer. Dit percentage laat zich verklaren door het gegeven dat sporen van drugsgebruik vaak veel langer in het bloed achterblijven dan men denkt. Zo kan iemand in het weekend een pilletje nemen, terwijl dit op de daaropvolgende dinsdag nog steeds te zien is in het bloed.