Spaartaks afgeschaft: kabinet compenseert 60.000 bezwaarmakers

Afgelopen 24 december oordeelde de Hoge Raad in de zogenoemde ‘December-arresten’ dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met het recht op eigendom en het gelijkheidsbeginsel uit het EVRM. Niet langer mag het fictieve rendement worden belast, maar moet het werkelijke rendement in de heffing worden betrokken. Bovendien moeten de belanghebbenden gecompenseerd worden.

Door Noortje Figee

De procedure waardoor de vermogensrendementsheffing wordt afgeschaft, heeft betrekking op meerdere zaken die werden uitgeprocedeerd in een massaal-bezwaarprocedure. In deze procedure was aan de orde of de box 3 heffing voor de jaren 2017 en 2018 in strijd was met de wet. 

Belanghebbenden werden belast over hun fictieve rendement (het rendement dat zij worden geacht te behalen), maar dit fictieve rendement bleek een stuk hoger te liggen dan het daadwerkelijk behaalde rendement. Gevolg daarvan is dat belanghebbenden over veel hogere opbrengsten belasting moest betalen dan er in werkelijkheid was genoten. 

De Hoge Raad oordeelde op 24 december 2021 dat het sinds 2017 geldende forfaitaire rendement niet strookt met een heffing over het inkomen waarvan kan worden aangenomen dat de belastingplichtige dat daadwerkelijk heeft genoten. De vermogensrendementsheffing is daarom in strijd met het recht om vrij te beschikken over eigendom. Het verbindt namelijk een ‘zware financiële’ last aan de keuze om niet risicovol te beleggen. Bovendien is het stelsel discriminerend doordat degenen die pech hebben gehad met hun beleggingen, relatief zwaarder worden belast. Kortom, het stelsel is in strijd met het EVRM.

Rechtsherstel en wetswijziging

De Hoge Raad oordeelde in zijn uitspraak dat aan belanghebbenden rechtsherstel moet worden aangeboden. In het coalitieakkoord is verder besloten dat voor box 3 zal worden gekeken naar de werkelijk behaalde rendementen.

Op het rechtsherstel heeft het kabinet in ieder geval al besloten: het kabinet zal 2,8 miljard euro uittrekken om spaarders te compenseren die bezwaar hebben gemaakt tegen te hoge belastingheffingen op hun vermogen. Dit gaat volgens staatssecretaris Van Rij alleen om de 60.000 mensen die al door de Hoge Raad in het gelijk zijn gesteld.

Over andere belastingplichtigen die later of geen bezwaar hebben gemaakt, zal eind dit jaar worden besloten. Er is namelijk nog een lopende zaak bij de Hoge Raad, die gaat over de vraag of ook deze spaarders rechtsherstel moeten krijgen. 

De vermogensrendementsheffing zal ook aangepast worden. Het kabinet wil gaan werken met een ‘spaarvariant’. Deze zal specifiek van toepassing zijn op spaargeld, en zorgt dat men belast wordt op basis van de actuele spaarrente. De spaarvariant zal op Prinsjesdag worden gepresenteerd.