De Raad van State heeft bepaald dat Whatsapp-berichten en sms’jes gedaan op zowel zakelijke als privételefoons van bestuurders en ambtenaren vallen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De WhatsApp-berichten en sms’jes moeten wel in het kader van het werk zijn verstuurd.
Door Gracièla van Duinkerken
De Raad van State deed deze uitspraak in een zaak tussen een branchevereniging voor zorgaanbieders (BTN) en het ministerie van Volksgezondheid. De zaak was aangespannen door de vereniging Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN). BTN deed twee jaar geleden bij de toenmalig minister van Volksgezondheid een verzoek om informatie over het faillissement van TSN Thuiszorg. Onder meer sms- en WhatsApp-berichten werden geweigerd omdat de minister vindt dat het alternatieven zijn voor telefoongesprekken, en die vallen niet onder de Wob.
Rechtbank Utrecht
De rechtbank Utrecht oordeelde daarentegen in november 2017 dat dit soort berichten vallen onder wat in de Wob wordt aangemerkt als ‘document’. De wet omschrijft die als “een schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat”. Volgens de rechter mag de techniek waarmee berichten worden opgeslagen niet bepalen of iets een document is of niet.
De Raad van State volgt dat oordeel. Zowel werkgerelateerde communicatie op werk- als op privételefoons moet worden vrijgegeven. Het maakt daarbij niet uit op welk apparaat (zakelijk of privé) deze berichten staan. Hiermee wordt voorkomen dat informatie kan worden achtergehouden doordat zij bewust gebruikmaken van hun eigen mobiel.
Weigeringsgronden
De uitspraak van de Raad van State betekent niet dat alle sms’jes en appjes die worden opgevraagd ook daadwerkelijk openbaar moeten worden. De Wob heeft alleen betrekking op zakelijke berichten en niet op privéberichten. Bestuursorganen mogen ook openbaarmakingen weigeren, bijvoorbeeld als de privacy of belangen van de overheid zouden worden geschonden.
Ook geldt nog altijd dat de inhoud van de berichten gewogen moet worden en dat de berichten op basis van de Wob alsnog geweigerd mogen worden. Veel berichten zullen daarom alsnog niet openbaar gemaakt worden, omdat er weigeringsgronden zijn die zich daartegen verzetten, zoals het bevatten van persoonlijke (beleids)opvattingen van ambtenaren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zegt dat dat bij de sms’jes en app-berichtjes vaker het geval zal zijn dan bij andere overheidsinformatie.