Schuldig zijn zonder straf?

Het proces Henriquez is in volle gang. Eind juni 2015 werd Henriquez aangehouden door de politie op een festival in Den Haag omdat hij geroepen zou hebben dat hij een vuurwapen droeg. Na de aanhouding is Henriquez overleden, de vraag is nu of de agenten schuldig zijn aan de dood van Henriquez en zo ja, of er een straf opgelegd moet worden. 

Door Sam van den Akker

De eis van de officier van justitie 
In dit artikel schreven we al eerder over de dood van Henriquez. Nu er een rechtszaak gaande is, weten we al iets meer over de zaak en is het tijd voor een update. De officier van justitie zei in het requisitoir dat Henriquez rechtmatig was aangehouden. Henriquez zou vervelend en provocerend gedrag hebben vertoond terwijl hij dronken was. Daarnaast zei de officier dat Henriquez riep dat hij een vuurwapen droeg en hij niet wilde vertrekken toen de agenten dit eisten van hem. Doch is het volgens de officier van justitie niet zo dat de agenten daadwerkelijk dachten dat Henriquez een vuurwapen droeg, dan zou anders zijn gehandeld. Voorts blijkt uit de geluidsopnamen dat de agenten wisten dat Henriquez geen vuurwapen droeg.

De officier van justitie is van mening dat er een aanleiding was om Henriquez aan te houden, de nekklem was echter disproportioneel nu er voor de agenten nooit echt gevaar bestond. Als gevolg daarvan zijn de nekklem en het gebruik van pepperspray wel onrechtmatig.

Geen toerekening
De officier is van mening dat de dood van Henriquez de agenten niet kan worden toegerekend, omdat er volgens deskundigen een andere oorzaak is voor de dood van Henriquez. Niet de nekklem, maar een acuut stresssyndroom zou de doodsoorzaak zijn geweest.

En ook geen straf
De officier requireert daarom tot een vrijspraak voor twee tenlastegelegde feiten, te weten doodslag en dood door schuld. Wel is het volgens de officier zo dat de mishandeling van Henriquez, door de agenten, kan worden bewezen. Het is echter niet redelijk om een straf op te leggen volgens hem.

De officieren requireren tot het toepassen van artikel 9a Sr ten aanzien van mishandeling, omdat de agenten al genoeg zijn ‘gestraft’. De agenten zijn in de media zwart gemaakt en hebben een lange tijd moeten leven onder het zwaard van Damocles.

In Nederland is de rechter niet verplicht om een sanctie op te leggen na beantwoording van de vragen in artikel 348 en 350 Sr. Er bestaat in artikel 9a Sr een mogelijkheid om een rechterlijk pardon toe te passen, de verdachte wordt dan wel schuldig verklaard aan het strafbare feit, maar er wordt hem geen straf opgelegd.

De rechter zal bij toepassing van 9a Sr kijken naar de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de dader en de omstandigheden van het geval. Hij is hier volledig vrij in.

Roethof is niet te spreken over de aanklagers. „Met deze officieren van justitie hebben de verdachten geen advocaten meer nodig. Deze eis is voor agenten geen stimulans om zich in het vervolg in te houden. Ik hoop dat de rechtbank de rug recht houdt.”

De nabestaanden vinden de eis van het Openbaar Ministerie onbegrijpelijk. De advocaat van een van de nabestaanden, Gerald Roethof, voegt daar aan toe dat een strafeis als deze agenten die in de toekomst voor dergelijk situaties staan niet ‘afschrikt’ om dergelijk geweld toe te passen.

De uitspraak in de zaak Henriquez volgt op 21 december van dit jaar.