Ken je dat gevoel wanneer je in een vliegtuig zit en de persoon naast je een deel van jouw beenruimte inneemt, simpelweg omdat hij al zijn ruimte heeft benut? Om meer ruimte te hebben zal je een stoel bij de noodingang moeten boeken, tegen een hogere prijs uiteraard. Bij low-cost vliegtuigmaatschappijen is door de jaren heen de afstand tussen twee rugleuningen gemiddeld twintig centimeter kleiner geworden. Naast het discomfort komt ook de veiligheid van passagiers in gevaar. Professor Peter Vink van de TU Delft stelt daarom dat er regelgeving op het gebied van zit-, leef- en beenruimte nodig zou zijn.
Door Liza Ovsyanko
Deze uitspraak doet Vink na een rechtszaak in de Verenigde Staten. Het ging hier om The Flyers Rights passenger group die de Federal Aviation Administration (FAA) daagde voor de rechter. De FAA weigerde in te gaan op het verzoek van The Flyers Rights passenger group om regels op te stellen met betrekking tot de stoeloppervlakte en de afstand tussen de stoelrijen. Volgens de FAA gaat het om een comfortkwestie, in plaats van een veiligheidskwestie.
Een meervoudige kamer van drie rechters heeft bepaald dat de FAA haar stelling baseerde op verjaarde of irrelevante onderzoeken. De FAA zal met een duidelijkere reactie moeten komen op het veiligheidsargument van The Flyers Rights passenger group.
Verder geeft Peter Vink aan dat het wettenschappelijk bewezen is dat de heupen van mensen door de jaren heen breder worden. Waar nu vijf procent van de passagiers niet in de stoel past, zal dit rond 2030 vijftien procent zijn als de vliegtuigmaatschappijen hun stoelen kleiner blijven maken. In de Verenigde Staten zijn er al voorstellen om regels op te stellen met betrekking tot de zit- en beenruimte. In de EU is nog geen nieuwe regelgeving in de maak, volgens Dominique Foude van EASA (European Aviation Safety Agency).