Rechtszaken zzp’ers gaan veel geld kosten

Steeds meer zzp’ers starten een rechtszaak om vast te stellen dat zij feitelijk werknemer zijn. De werkgever moet dan, met terugwerkende kracht, verschillende kosten terugbetalen aan de werknemer. Deze bedragen kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s.

Sinds 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst strenger op schijnzelfstandigheid. Van schijnzelfstandigheid is sprake wanneer iemand als zzp’er werkt, maar feitelijk in loondienst is. Dat kan grote gevolgen met zich meebrengen. Zo hoeven opdrachtgevers voor zzp’ers geen loonbelasting te betalen. Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan zij de werkgever verplichten de loonbelasting met terugwerkende kracht te betalen. Ook kan er een boete opgelegd worden.

Lange tijd gaf de Belastingdienst slechts aanwijzingen als zij opmerkte dat er sprake was van schijnzelfstandigheid. Alleen als vast kwam te staan dat de werkgever kwaadwillend was, kreeg de werkgever een boete. Van kwaadwillendheid was bijvoorbeeld sprake als de werkgever wíst dat er sprake was van een dienstbetrekking, maar de werknemer tóch als zzp’er behandelde. Maar sinds 2025 kan de Belastingdienst direct naheffingsaanslagen opleggen, zonder eerst een aanwijzing te geven. Om onrust op de arbeidsmarkt te voorkomen, worden de regels echter soepel toegepast. Zo worden er dit jaar nog geen boetes opgelegd. Ook wordt er nog niet met terugwerkende kracht geld opgevraagd van werkgevers.

Rechtszaken

Veel zzp’ers stappen nu zelf naar de rechter. In 24 van de 47 zaken die werden aangespannen door de zzp’ers, was er inderdaad sprake van een dienstbetrekking. Dat betekent dat de werknemer met terugwerkende kracht recht heeft op bijvoorbeeld vakantie- en ziektedagen. Dit heeft ook gevolgen voor de pensioenen. Werkgevers betalen namelijk geen pensioenpremie voor zzp’ers. Als er sprake is van schijnzelfstandigheid, kunnen de werkgevers verplicht worden tot maximaal 5 jaar aan pensioen terug te betalen. Het overige deel moet uit de pensioenfondsen betaald worden, wat naar schatting een gat van 1,3 miljard oplevert. Dit bedrag kan nog veel hoger liggen, omdat het onduidelijk is hoeveel schijnzelfstandigen er in Nederland zijn.

Lees ook: Schijnzelfstandigheid voor zzp’ers: wat zijn de juridische grenzen?