Rechtszaak tegen de Staat om etnisch profileren door marechaussee

Het was al eerder onderwerp van een nationale discussie: etnisch profileren. Zo werd de politie ervan beschuldigd huidskleur te laten meewegen bij het controleren van personen op strafbare feiten. Onlangs is bij de rechtbank in Den Haag een nieuwe rechtszaak tegen de Staat van start gegaan die draait om mogelijk etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee.

De rechtszaak tegen de marechaussee is aangespannen door mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Control Alt Delete, antidiscriminatiebureau RADAR, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten en twee burgers. Zij stellen dat de marechaussee bij het uitvoeren van grenscontroles vooral kijkt naar huidskleur en afkomst. Verder werkt de marechaussee volgens hen met risicoprofielen waarin etniciteit een belangrijke indicator is. Dergelijke profielen zijn in strijd met het discriminatieverbod. De eis is dan ook dat de rechter ‘een grens trekt’ en het gebruik van etniciteit als indicator in zulke risicoprofielen verbiedt.

Mpanzu Bamenga, één van de twee eisende burgers, heeft jaren geleden al geklaagd over de gang van zaken bij grenscontroles. Die klacht werd door de Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, gegrond verklaard. De werkwijze van de marechaussee zorgt volgens Van Zutphen voor een schijn van discriminatie, omdat marechaussees tijdens hun opleiding veelal op hun gevoel leren afgaan en zo een soort ‘zesde zintuig’ ontwikkelen. Bamenga heeft hiervan vaak de gevolgen ondervonden. “Als er controles waren, werd ik altijd staande gehouden. Het feit dat ik een niet-Nederlands uiterlijk heb, gaf daarbij telkens de doorslag.”

Reactie Koninklijke Marechaussee

De Koninklijke Marechaussee laat in een reactie weten de wet uit te voeren. “De basis van onze controles ligt in de Vreemdelingenwet, waarbij we vooral illegale grensoverschrijding moeten tegengaan.” Wel erkent de marechaussee dat etniciteit bij het selecteren van mensen voor grenscontroles ‘een relevante indicator’ kan zijn, maar alleen in combinatie met andere factoren die kunnen wijzen op crimineel gedrag. Deze waarborg zorgt er volgens de marechaussee voor dat haar grenscontroles vrijwel altijd uitlegbaar zijn.

Ankie Broekers-Knol, demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, erkende vorig jaar al dat de marechaussee werkt met risicoprofielen die zijn gebaseerd op verschillende risico-indicatoren, waaronder etniciteit. Deze profielen zorgen er volgens Broekers-Knol voor dat criminaliteit aan de grens zo vroeg mogelijk kan worden tegengehouden. Verder beriep ook zij zich op de waarborg dat etniciteit nooit de enige reden kan zijn om iemand bij een grenscontrole staande te houden. Broekers-Knol vindt het meewegen van etniciteit door de marechaussee daarom geoorloofd en proportioneel en ziet niets in het aanscherpen van de controleregels. 

Dynamische verkeerscontrole

Vijf jaar geleden heeft de Hoge Raad zich in de zogenoemde ‘dynamische verkeerscontrole-zaak’ kort uitgelaten over beschuldigingen van etnisch profileren aan het adres van de politie. Hij merkte toen op dat politieagenten afkomst en etniciteit mogen meenemen in hun afwegingen, mits deze factoren niet de enige of belangrijkste redenen zijn om iemand te controleren. Mocht dat wel het geval zijn, dan is het aan de rechter om daar (een) rechtsgevolg(en) aan te verbinden. De Hoge Raad lijkt met dit oordeel voor wat betreft de rechtszaak tegen de marechaussee dus op één lijn te zitten met de redeneringen van de marechaussee zelf en het kabinet.

Hoe nu verder? 

Mpanzu Bamenga omschrijft het vermeende gedrag van de marechaussee als ‘pijnlijk en discriminerend’. “Ze zeggen eigenlijk dat huidskleur een extra risico vormt voor crimineel gedrag, maar je huidskleur bepaalt niet of je crimineel bent.” Hij pleit er daarom voor om reizigers op onder meer luchthavens niet langer te controleren op basis van hun huidskleur, omdat mensen nu eenmaal niets aan hun huidskleur kunnen veranderen. “Etnisch profileren is stigmatiserend en slecht voor onze maatschappij. Het schaadt bovendien het vertrouwen van mensen in de overheid”, aldus Bamenga. Hoe de rechtbank over deze zaak denkt, weten we over een paar maanden. Zij doet op 22 september uitspraak.