Rechter: nareismaatregel voor asielzoekers heeft geen wettelijke basis

De ‘nareismaatregel’, die het kabinet deze zomer presenteerde als onderdeel van de asieldeal, is in strijd met de Nederlandse Vreemdelingenwet en de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Dat heeft de voorzieningenrechter in Haarlem onlangs geoordeeld in een zaak die was aangespannen door een Syrische vluchteling.

Twee maanden geleden liet de rechtbank in Den Haag er al geen enkel misverstand over bestaan: de Nederlandse regering moest meer doen om asielzoekers menswaardig op te vangen. Zo hadden honderden vluchtelingen afgelopen zomer vanwege ruimtegebrek in de opvanglocatie geen andere keuze dan bij het aanmeldcentrum in het Groningse Ter Apel in de open lucht te slapen. Uiteindelijk moest Artsen Zonder Grenzen er daar zelfs aan te pas komen om de kwetsbaarste vluchtelingen te helpen.

Het kabinet heeft inmiddels een heel pakket aan maatregelen genomen om deze en andere problemen binnen de asielopvang op te lossen. De ‘asieldeal’ moet ervoor gaan zorgen dat asielzoekers (desnoods met dwang) beter over gemeenten worden verspreid en dat de instroom van vluchtelingen naar Nederland vermindert. Het laatstgenoemde doel wil de regering bereiken door onder meer de ‘nareismaatregel’. Die maatregel houdt in dat asielzoekers met een verblijfsvergunning – de zogenoemde ‘statushouders’ – hun gezin pas naar Nederland mogen laten reizen als zij hier een woning hebben gevonden. Hiermee hoopt het kabinet te voorkomen dat de vluchtelingenopvang opnieuw overvol raakt.

Enkele reis

Fakhria Al Mullaabid, een 47-jarige Syrische vluchteling, spande een rechtszaak aan om de nareismaatregel van tafel te krijgen. Al Mullaabid, moeder van zes kinderen, had eerder van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te horen gekregen dat ze door de nareismaatregel waarschijnlijk pas in april 2023 met haar gezin kan worden herenigd. Dat zou betekenen dat haar kinderen, die momenteel in Soedan zitten, op korte termijn naar Syrië zouden moeten terugkeren. Al Mullaabid heeft echter geen geld meer om ze later alsnog naar Nederland te halen en bovendien is het in Syrië door de aanhoudende burgeroorlog nog altijd zeer onveilig.

De voorzieningenrechter in Haarlem, die zich de afgelopen weken over de zaak boog, oordeelde vorige week dat de nareismaatregel van het kabinet in strijd is met de Vreemdelingenwet en de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Het belang van Al Mullaabid om haar kinderen weer te zien weegt volgens de rechter in dit geval zwaarder dan het belang van het kabinet om de opvangcrisis op te lossen. Hij gaf de Nederlandse ambassade in Soedan dan ook de opdracht om voor het gezin van Al Mullaabid zo snel mogelijk een enkele reis naar Nederland te regelen.

Definitief onhoudbaar

Het ministerie van Justitie en Veiligheid zei in een eerste reactie het vonnis te bestuderen en noemde de nareismaatregel een ‘pijnlijke en noodzakelijke maatregel die niet lichtzinnig is genomen’. Stichting VluchtelingenWerk, die het asielbeleid van het kabinet eerder met succes aanvocht bij de rechter, vindt de maatregel ‘definitief onhoudbaar’. “Het is kwalijk dat het kabinet dit op een rechtszaak heeft laten uitkomen: van begin af aan was duidelijk dat dit niet mocht”, aldus een woordvoerder van de stichting.

Eric van der Burg, de staatssecretaris die over asiel en migratie gaat, wil de nareismaatregel desondanks in stand laten tot ‘een hogere rechter’ zich er in een bodemprocedure over heeft uitgesproken. Hij wijst er verder op dat het in deze zaak gaat om één gezin; de uitspraak van de rechter zou voor nu dan ook geen gevolgen hebben voor andere asielzoekers.

Wil Eikelboom, voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen, noemt de reactie van de staatssecretaris ‘niet helemaal onverwacht, maar wel teleurstellend’. Hij denkt dat uitspraak van de Haarlemse rechter ertoe leidt dat andere asielzoekers ook naar de rechter stappen. Dan zou het nog maanden of zelfs jaren kunnen duren voor er in een eventuele bodemprocedure een uitspraak over de nareismaatregel ligt. “Je frustreert hiermee gewoon de rechtsgang”, reageert Corrien Ullersma, de advocaat van Fakhria Al Mullaabid, op de verklaring van de staatssecretaris. “Ik word hier helemaal niet goed van.”