Rechtenstudent moet tentamen op papier maken

Een Leidse rechtenstudent procedeerde tot aan de Raad van State met het verzoek om zijn tentamen op een laptop te mogen maken. De student stelt dat hij een ‘zeer onduidelijk’ handschrift heeft en is bang dat hij daardoor minder punten toegekend krijgt.

In maart 2023 schreef de leerling een e-mail aan de examencommissie, waarin hij verzocht zijn tentamens online te kunnen maken ofwel extra tijd te krijgen. Toen de commissie niet akkoord ging, stelde hij administratief beroep in bij het College van Beroep voor de Examens (hierna: CBE). Dit is een onafhankelijke klachtinstelling die beoordeelt of beslissingen genomen door examencommissies rechtmatig zijn. Het CBE stelde dat er onvoldoende laptops beschikbaar zijn op de rechtenfaculteit en in verband met de fraudegevoeligheid mogen de tentamens niet op de eigen laptops van studenten gemaakt worden. Mede in het licht daarvan wees ook het CBE zijn verzoek af, en dus stelde de student beroep in bij de hoogste bestuursrechter.

Het oordeel van de Afdeling

Bij de rechter geeft de student aan dat hij meermaals bij tentamens te horen heeft gekregen dat zijn handschrift onduidelijk is. Hij heeft het idee dat hij hierdoor minder punten krijgt, maar pogingen om netter te schrijven leveren hem alleen maar meer stress op waardoor hij in tijdsnood raakt. De student geeft echter zelf aan dat er geen medische oorzaak is aan te wijzen voor zijn handschrift. In artikel 6.6 van de Onderwijs- en Examenregeling is bepaald dat “aan studenten met een handicap of met een chronische ziekte de gelegenheid [wordt] geboden hun studie, […], aan de beperkingen die de handicap of chronische ziekte met zich meebrengt aan te passen.” Aangezien de leerling hier niet aan voldoet, oordeelt de Afdeling dat het besluit van het CBE terecht is.

Ook met het argument dat de leerling uit een niet-academisch milieu afkomstig is, gaat de Afdeling niet mee. Door het ontbreken van financiële ondersteuning wil de rechtenstudent zijn studie versneld afronden. Met dat belang is volgens hem onvoldoende rekening gehouden. De rechter ziet niet in hoe deze omstandigheden samenhangen met het slechte handschrift. Daarnaast is onvoldoende gebleken dat zijn handschrift tot minder punten leidt, nu er “geen opmerkingen van correctoren [zijn] waaruit blijkt dat antwoorden onleesbaar waren.” De student moet zijn tentamens dus met pen en papier blijven maken.