Rechtbank wijst bezwaren tegen stikstofvergunning circuit Zandvoort af

De stikstofvergunning van het circuit in Zandvoort kan voorlopig in stand blijven. Dat heeft de rechtbank in Haarlem onlangs geoordeeld. Vijf natuurorganisaties hadden de provincie Noord-Holland voor de rechter gedaagd, omdat zij twijfels hebben over de juistheid van de stikstofberekeningen die aan de vergunning ten grondslag liggen.

Het Nederlandse stikstofbeleid is in strijd met Europese natuurwetgeving. Dit ingrijpende oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State leidde in mei 2019 tot een landelijke stikstofcrisis. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) mocht als gevolg van de uitspraak niet meer worden gebruikt voor het verlenen van vergunningen aan activiteiten met een hoge stikstofuitstoot. Hierdoor kwamen allerlei bouwprojecten langdurig stil te liggen en waren sommige organisaties, waaronder het circuit van Zandvoort, niet meer zeker van hun natuurvergunning.

Het circuit, dat in 2019 nog een nieuwe vergunning kreeg voor het organiseren van de Grand Prix van Nederland, grenst aan een beschermd natuurgebied. Vijf natuurorganisaties vinden dat op het circuit te veel stikstof wordt uitgestoten. Het natuurgebied zou hier zwaar onder lijden. Een stikstofvergunning zou daarnaast alleen mogen worden vernieuwd als de uitstoot ten opzichte van de oorspronkelijke situatie niet is toegenomen. De stikstofuitstoot op het circuit is volgens de natuurorganisaties echter zo hoog geworden dat de provincie Noord-Holland nooit een nieuwe vergunning had mogen verlenen. Hierop daagden de vijf organisaties de provincie voor de rechter.

Schorsen en uitspraak

De rechtbank boog zich in juli 2021 voor het eerst over de zaak. De rechter besloot toen dat extra onderzoek nodig was om de moeilijke stikstofberekeningen goed te kunnen beoordelen. Dit onderzoek zou echter een paar maanden op zich laten wachten. De coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB), één van de natuurorganisaties, spande intussen een kort geding aan om de natuurvergunning van het circuit te schorsen. Dit zou echter het faillissement van het circuit betekenen, omdat de Grand Prix dan ook niet door zou kunnen gaan. De rechter ging dan ook niet in op het schorsingsverzoek van de MOB. Daarnaast gaf de rechter aan de uitkomsten van het extra onderzoek te willen afwachten.

Dit onderzoek is inmiddels afgerond en mede op basis daarvan volgde onlangs na twee jaar een uitspraak in deze zaak. De rechter oordeelt dat de provincie Noord-Holland wel degelijk een nieuwe vergunning mocht afgeven. Deze vergunning is namelijk niet te vergelijken met de oorspronkelijke vergunning uit 1997, toen onduidelijk was hoeveel stikstof op het circuit werd uitgestoten. Een eventuele toename van de stikstofuitstoot is dan ook nauwelijks vast te stellen. Daar komt bij dat aan de nieuwe vergunning ook enkele nieuwe voorwaarden zijn verbonden. Zo mag het circuitterrein niet langer het hele jaar worden gebruikt en moet de organisatie zich aan een emissieplafond houden.

Hoger beroep

De natuurorganisaties reageren teleurgesteld op de uitspraak en de MOB kondigde vrijwel meteen aan in hoger beroep te gaan. Jan Lammers, sportief directeur van de Grand Prix van Nederland, is juist blij met de uitspraak. “Het maakt alles weer een stuk gemakkelijker voor ons, hoewel we niet onverschillig in de kwestie staan”, aldus Lammers. “We zijn er wel blij mee, want nu kunnen we ons weer focussen op het evenement.” Dat evenement, de volgende Grand Prix van Nederland, vindt plaats op zondag 4 september 2022.

Lees ook: ‘Natuurorganisaties starten de strijd tegen circuit Zandvoort’ en ‘Rechter: Grand Prix in Zandvoort kan doorgaan