Rechtbank verwerpt omstreden undercovermethode in cold case-zaak

Twee mannen die verdacht werden van de moord op de Amsterdamse drugscrimineel Patrick van Dillenburg zijn door de rechtbank vrijgesproken. Hoewel één van de verdachten een bekentenis had afgelegd, oordeelde de rechtbank dat de via de omstreden undercovermethode ‘Mr. Big’ verkregen bekentenis niet bruikbaar is als bewijs. De rechtmatigheid zou namelijk onvoldoende kunnen worden getoetst. 

Door Kirsten Rolloos

Bijna twintig jaar geleden, op 3 januari 2002, verdween Patrick van Dillenburg. Tot op de dag van vandaag is de Amsterdammer nog steeds niet gevonden. Aangezien Van Dillenburg een bekende was in de drugswereld sluit de politie niet uit dat hij slachtoffer is geworden van een zogeheten ripdeal. Dat is een criminele transactie waarbij de ene partij beroofd wordt door de andere. Desondanks leverden meerdere politieonderzoeken in de jaren daarna niets op. In 2017 werd er opnieuw een onderzoek naar deze cold case gestart. Daarbij kwamen twee verdachten in beeld: Ad K. en Fred T.

Mr. Big

Om een bekentenis aan de verdachten te ontlokken, gingen politie en Openbaar Ministerie over op toepassing van de omstreden ‘Mr. Big-methode’. Dit is een undercovermethode waarbij undercoveragenten bevriend raken met een verdachte en deze vervolgens een getuigenis ontlokken. Eerder dit jaar verscheen er al een uitvoerig artikel over de Mr. Big-methode op Het Rechtenstudentje. Verdachte Ad K. bekende uiteindelijk in het najaar van 2018 aan een undercoveragent dat hij Van Dillenburg samen met Fred T. op gruwelijke wijze om het leven had gebracht. De twee zouden het lichaam in een shredder hebben gegooid en de resten hebben uitgestrooid over een bloembollenveld.

Volgens de rechtbank in Amsterdam kan de bekentenis van Ad K. echter niet als bewijs dienen. De rechtbank kan namelijk onvoldoende beoordelen hoe de verdachte precies tot zijn verklaring kwam. En dat is belangrijk, want bij de Mr. Big-methode bestaat het risico dat verdachten onder druk een valse bekentenis doen. De rechtbank oordeelt dat de politie in een van de gesprekken over de dood van Van Dillenburg te veel druk heeft uitgeoefend. Daarnaast werden er pas geluidsopnames gemaakt toen Ad K. begon te bekennen. Daardoor kan de rechtbank niet controleren hoe de verdachte Ad K. is ingepalmd. Andere aanwijzingen die erop wijzen dat de twee verdachten te maken hebben met de verdwijning van Van Dillenburg zijn volgens de rechtbank niet genoeg bewijs om tot een veroordeling te komen. De mannen zijn daarom vrijgesproken van de moord op Van Dillenburg.

Gevolgen uitspraak

Betekent de uitspraak van de rechtbank dat de Mr. Big-methode niet meer gebruikt mag worden? Dat lijkt niet het geval. In het vonnis schrijft de rechtbank dat het OM de undercovermethode wel degelijk mag inzetten, mits het traject ‘grondig en zorgvuldig’ kan worden getoetst. De advocaat van Ad. K vindt desondanks dat politie en justitie de Mr. Big-methode vaarwel moeten zeggen. Volgens hem laat deze uitspraak “onomstotelijk zien dat de methode ertoe kan leiden dat onschuldige mensen valse bekentenissen afleggen, zelfs over moord.”