Rechtbank staakt vervolging in zaak Ruinerwold

De rechtbank in Assen heeft het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de rechtszaak tegen de hoofdverdachte in de Ruinerwold-zaak. Voortzetting van de vervolging zou volgens de rechter een schending van het recht op een eerlijk proces opleveren.

Door Noortje Figee

Eerder pleitte het Openbaar Ministerie er al voor om de vervolging te staken. Gerrit Jan van D. heeft in 2016 een beroerte gehad. Sindsdien is hij half verlamd, kan hij amper praten en zijn zijn zicht, geheugen en realiteitszin ernstig aangetast. 

Ook de deskundigen van het Pieter Baan Centrum schatten in dat Van D. niet in staat zou zijn zich tegen de vervolging te verweren. Volgens het Pieter Baan Centrum is communicatie nauwelijks mogelijk, en wat hij wel en niet begrijpt is niet duidelijk. De deskundigen verwachten geen verbetering van zijn toestand.

De zaak Ruinerwold

De zaak Ruinerwold kwam in oktober 2019 aan het licht, toen een van de zonen van Van D. wist te  ontsnappen uit de ‘spookboerderij’. Hij spreekt een kroegeigenaar en cafégasten aan, die vervolgens de politie alarmeren. De volgende dag doet de politie een inval en vindt daar het gezin van Van D.

Van D. houdt er zijn eigen geloofsovertuiging op na. Hij houdt zijn kinderen voor dat wanneer zij contact zouden leggen met anderen of naar buiten zouden gaan, er slechte geesten in hun lichamen zouden komen of dat de wereld zou vergaan. Afgelopen januari begint de strafzaak tegen Van D., op verdenking van gijzeling, wederrechtelijke vrijheidsberoving, seksueel misbruik en mishandeling.

Artikel 6 EVRM

Volgens de rechter zou het voortzetten van de zaak een schending van mensenrechten betekenen. Op basis van artikel 6 EVRM heeft iedereen namelijk recht op een eerlijk proces en om zichzelf te verdedigen. Gerrit Jan van D. heeft een te slechte mentale gezondheid om zich te kunnen verdedigen. Daarnaast is Van D. überhaupt niet in staat om te praten, wat betekent dat hij zich niet kan verdedigen.

Kinderen oneens

De oudste kinderen van Van D. zijn het niet eens met de beslissing van de rechtbank. De mishandeling en het seksueel misbruik hebben voor ‘blijvende littekens’ gezorgd. Het gaat de oudste kinderen dan ook niet om een veroordeling van hun vader, maar om erkenning van de rechtbank over het grote leed dat hen is aangedaan. “Wij weten als geen ander dat Gerrit Jan nog steeds invloed uitoefent, kan uitoefenen en op welke wijze hij dat doet. Ook al is hij dan mogelijk niet te berechten, hij is en blijft nog steeds een serieus gevaar”, aldus de oudste kinderen van Van D. Zij willen daarom dat het gezin onder toezicht wordt gehouden om voor een veilige omgeving te zorgen.