De rechtbank in Amsterdam is onlangs gestart met een proef om de opgelopen achterstanden bij het behandelen van strafzaken weg te werken. Het experiment, waarin ‘bulkzittingen’ centraal staan, moet er bovendien voor gaan zorgen dat eenvoudige strafzaken in de toekomst sneller kunnen worden afgedaan. De proef van de Amsterdamse rechtbank duurt nog tot eind februari.
Personeelstekorten, een flinke stijging van het aantal zaken dat voor de rechter wordt gebracht en de nasleep van de coronacrisis: de strafrechtspraak in Nederland staat al een tijdje onder grote druk. De gevolgen van deze druk worden steeds merkbaarder in alle lagen van de strafrechtsketen. Zo besloot het Openbaar Ministerie (OM) in Gelderland en Overijssel in juni 2022 al om vanwege de personeelstekorten 1.500 ‘lichte’ strafzaken te seponeren. De OM-locaties in Den Haag en Haarlem namen niet lang daarna dezelfde beslissing. Capaciteitsproblemen zijn er ook bij de politie, zoals recent bleek uit een artikel in De Gelderlander. De regionale krant onthulde dat er plannen zijn om vormen van ‘kleine criminaliteit’, waaronder ID-fraude en dierenmishandeling, voorlopig links te laten liggen.
Ontwikkelingen als deze roepen bezorgde reacties op, onder meer van burgemeesters in het oosten van Nederland. Zij zijn niet te spreken over het voornemen van de politie en vrezen dat hiermee het Wetboek van Strafrecht aan de kant wordt geschoven. Het schrappen van rechtszaken door het OM zou er volgens hen en andere strafrechtdeskundigen toe kunnen leiden dat de samenleving het vertrouwen in de strafrechtspraak verliest.
Bulkzittingen
Rechtbanken zelf zitten niet stil en zijn de afgelopen jaren actief op zoek gegaan naar oplossingen voor de verschillende problemen. Zo startten de rechtbanken in Amsterdam, Rotterdam en Midden-Nederland in september 2020 met extra avondzittingen om de ‘corona-achterstanden’ in te lopen. De rechtbank in Amsterdam komt nu ook met een oplossing voor de problemen die daarna door de personeelstekorten zijn ontstaan: ‘bulkzittingen’. Het initiatief voor dit experiment vloeit volgens de Amsterdamse rechtbank voort uit ‘de maatschappelijke vraag om eenvoudige strafzaken niet op de plank te laten liggen, maar binnen een redelijke termijn af te doen’. Een bijkomend voordeel van de proef is dat de meervoudige strafkamer van de rechtbank meer tijd kan vrijmaken voor zware zaken.
Het idee is dat de politierechter per bulkzitting, die steeds 5,5 uur duurt, dertig eenvoudige strafzaken behandelt. Hiervan moeten twintig zaken ieder binnen vijftien minuten zijn afgedaan; voor de resterende tien strafzaken geldt zelfs dat binnen drie minuten een vonnis op tafel moet liggen. Deze termijnen lijken op het eerste gezicht wat ambitieus. Toch liet een ‘pilot-bulkzitting’ in december 2022 zien dat rechters er wel degelijk in slagen om strafzaken binnen een zeer korte tijd te behandelen.
‘Doorbuffelen’
Hierbij hebben de politierechters echter wel de hulp nodig van onder meer advocaten, voor wie tijdens bulkzittingen ook beperkingen gelden. Zo hebben advocaten per zaak minder spreektijd en wordt van hen verwacht dat zij eventuele vragen van de rechter vóór de zitting per e-mail beantwoorden. Hier zitten niet alle advocaten op te wachten. NRC liep een dag mee met een Amsterdamse bulkzitting en zag bijvoorbeeld dat één advocaat toch nog drie kwartier aan het woord was. “Aan beperkingen op zitting heb ik nooit zo’n boodschap”, aldus de betreffende advocaat. “Zodra onze rechten beperkt worden, moeten we er harder ingaan”.
Peter van Kesteren, strafrechter en leider van het experiment, verwacht dat alle procespartijen uiteindelijk zullen meewerken aan de proef. Hij spreekt van een project ‘van onderop’ en stelt dat ook de politierechters moeten ‘doorbuffelen’ om alle strafzaken te kunnen behandelen. De bulkzittingen duren nog de hele maand februari. Daarna zal moeten blijken in hoeverre de achterstanden in Amsterdam zijn weggewerkt.