Om te voorkomen dat mensen na hun detentie wederom met justitie in aanmerking komen, wordt al geruime tijd geprobeerd de re-integratie van (ex)gedetineerden te bevorderen. Maar de bestaande re-integratiemogelijkheden zijn onvoldoende en bereiken de personen die de ondersteuning het meest nodig hebben niet.
De kans op herhaling van strafbaar gedrag na detentie is groot: bijna de helft van de ex‑gedetineerden komt binnen twee jaar weer met justitie in aanraking. 27% daarvan komt wederom in detentie terecht. Daarom kwamen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), reclassering (3RO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2019 met het akkoord ‘Kansen bieden voor re-integratie’. Door middel van geïntensiveerde samenwerking moest de re-integratie succesvoller worden. In opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid werd onderzoek ingesteld naar de resultaten van dit akkoord. Daaruit blijkt dat de re-integratiemogelijkheden het merendeel van de personen in detentie niet bereiken.
Toegang tot re-integratieactiviteiten
Volgens het akkoord moet er vanaf het begin van de detentie gewerkt worden aan re-integratie. Maar in de praktijk is er voor personen die minder dan drie maanden in de gevangenis verblijven nauwelijks aanbod in de re-integratieactiviteiten. En dat terwijl twee derde van alle gedetineerden minder dan drie maanden in de gevangenis verblijft. Ook ervaart deze groep veelvuldig problemen met verslaving, onderdak, financiën of problemen op psychisch gebied. Voor hen is hulp bij re-integratie dus juist van groot belang.
Voor personen die langer dan drie maanden in detentie verblijven is er wel een uitgebreider aanbod aan re-integratiemogelijkheden. Maar of een gedetineerde daar gebruik van kan maken is vaak afhankelijk van zijn eigen gedrag; een gedetineerde die goed gedrag laat zien krijgt meer vrijheden. Veel gedetineerden hebben echter complexe problemen ten aanzien van onder andere het gedrag. Dit maakt dat zij de toegang tot deze activiteiten niet verkrijgen. Hierdoor hebben de personen die de ondersteuning het meest nodig hebben, juist de minste toegang tot re-integratieactiviteiten.
Basispunten vrijlating
Voor gedetineerden is het van groot belang dat zij bij vrijlating de volgende vijf punten geregeld hebben: ID-bewijs, onderdak, inkomen, schuldenaanpak en zorg. Zijn deze niet in orde, dan is de kans op recidive zeer groot. Hoewel formeel soms wel aan deze voorwaarden voldaan wordt, blijkt dat de meeste ex-gedetineerden hier in de praktijk problemen mee ondervinden. Ruim de helft van de ex-gedetineerden heeft na detentie geen werk of uitkering en een kwart heeft geen onderdak.
Aanbevelingen
De onderzoekers vinden het belangrijk dat de toegang tot de re-integratieactiviteiten niet afhankelijk wordt van het gedrag van een gedetineerden. Personen die zich onwenselijk gedragen maar vaak juist wel de ondersteuning nodig hebben, hebben hierdoor namelijk de minste mogelijkheid om te werken aan een succesvolle re-integratie. Ook moeten personen die voor kortere duur in detentie verblijven de mogelijkheid hebben aan hun re-integratie te werken.