Raad voor de rechtspraak: geen verplichte celstraf voor geweld tegen hulpverleners

Minister Grapperhaus van Justitie & Veiligheid en minister Dekker voor Rechtsbescherming vinden dat strenger moet worden opgetreden tegen geweld tegen hulpverleners. Ze willen het daarom onmogelijk maken voor rechters om in dergelijke gevallen enkel een taakstraf op te leggen. De Raad voor de rechtspraak vindt dit echter geen goed idee.

Door Sophie Karatzas

Wetsvoorstel taakstrafverbod

Het wetsvoorstel van Grapperhaus en Dekker beoogt het taakstrafverbod van artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht uit te breiden. Personen met een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid, zoals politieagenten, ambulancepersoneel en brandweermensen, worden tijdens de uitoefening van hun taak namelijk steeds vaker geconfronteerd met geweld. Volgens de ministers kan daarom niet langer worden volstaan met het opleggen van een kale taakstraf in gevallen van fysiek geweld tegen hulpverleners.

De redenering van de ministers? Hulpverleners zijn, op het moment dat ze te maken krijgen met geweld, niet in voldoende mate in staat om zich aan het geweld te onttrekken en zichzelf in veiligheid te brengen. Daarbij wordt geweld tegen hulpverleners gezien als dermate laakbaar en onaanvaardbaar, dat geweldplegers in zulke gevallen een groter en verzwaard strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Standpunt rechters

De Raad voor de rechtspraak raadt de voornoemde uitbreiding van het taakstrafverbod ten zeerste af en motiveert haar standpunt in een advies aan de ministers. Hoewel de Raad de maatschappelijke vraag naar vergelding bij geweld tegen hulpverleners begrijpt, zou de uitbreiding van het taakstrafverbod er alleen maar toe leiden dat rechters worden beperkt in hun mogelijkheden. Immers, het leveren van maatwerk en rekening houden met de feiten en bijzondere omstandigheden van individuele gevallen zou ten gevolge van deze wet worden belemmerd. Van een rechter mag verder een zorgvuldige strafoplegging worden verwacht, maar het wetsvoorstel geeft geen blijk van een dergelijk vertrouwen in de rechtspraak, aldus de Raad.

Volgens Michiel de Ridder, strafrechter en voorzitter van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, moet de straf ook in verhouding blijven staan met de ernst van de daad. In een dronken staat een agent duwen, staat immers niet in proportie met een gevangenisstraf en de gevolgen daarvan, zoals het verliezen van een baan of relatie. Soms is een taakstraf dus jĂșist een passende reactie op geweld tegen hulpverleners. Bovendien wordt in geweldzaken tegen hulpverleners momenteel in ongeveer veertig procent van de gevallen al een gevangenisstraf opgelegd, vertelt de Ridder.

Of en hoe de ministers op het advies van de Raad zullen reageren, moet nog worden afgewacht.