Afgelopen week publiceerde de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies over het wetsvoorstel dat de onafhankelijke positie van politieke partijen moet versterken en de weerbaarheid van de democratie moet bevorderen. De afdeling staat positief tegenover het wetsvoorstel, maar maakt wel enkele kanttekeningen over de motivatie van bepaalde keuzes en adviseert om het voorstel op diverse punten te verbeteren.
Politieke partijen spelen een cruciale rol in het democratisch bestel. Tot nu toe is de wetgever voorzichtig geweest met het opstellen van regels voor politieke partijen, wat hen de vrijheid heeft gegeven om zich naar eigen inzicht te organiseren. Deze vrijheid kent echter ook nadelen, met name de moeilijkheid om de partijen te ondersteunen en te beschermen tegen bedreigingen zoals buitenlandse beïnvloeding. Om hierop in te spelen, stelt de regering de Wet op de politieke partijen voor, die zowel bestaande als nieuwe regels bevat.
Bestaande regels, zoals die over subsidiëring en giften, worden in de wet opgenomen. Daarnaast introduceert het wetsvoorstel nieuwe bepalingen: politieke partijen moeten transparant zijn over hun werkwijze, giften en politieke advertenties. Ook wordt de bestaande mogelijkheid om partijen te verbieden indien ze een ernstige bedreiging vormen voor de democratische rechtsstaat, vervangen door een nieuwe regeling. Bovendien komen lokale partijen voortaan ook in aanmerking voor subsidiëring.
Kanttekeningen
De Afdeling advisering vraagt zich echter af of de voorgestelde maatregelen voldoende aansluiten bij de doelstellingen van de regering. Hoewel het wetsvoorstel transparantie van politieke partijen eist, stelt het verder weinig inhoudelijke eisen. De afdeling is van mening dat transparantie alleen mogelijk niet genoeg is om de beoogde doelen te bereiken. Zo wordt bijvoorbeeld niet geëist dat politieke partijen zich democratisch organiseren, hoewel de afdeling erkent dat een dergelijke eis ook nadelen kent. Toch adviseert zij om de voor- en nadelen van deze maatregel beter af te wegen, gezien het belang van een weerbare democratie.
Een ander belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel is de specifieke regeling voor een partijverbod. Momenteel kan een politieke partij worden verboden op basis van de algemene regels voor verenigingen en stichtingen. De regering wil echter een specifieke verbodsregeling voor politieke partijen opnemen. De Afdeling advisering steunt dit, maar wijst erop dat de regering duidelijker moet maken wanneer sprake is van een daadwerkelijke en ernstige bedreiging voor de democratische rechtsstaat. Ook zou het criterium voor een partijverbod nog scherper moeten worden geformuleerd om misverstanden te voorkomen.
Over de grens
Op internationaal niveau zijn er meerdere voorbeelden van landen die specifieke regelgeving hebben voor partijverboden. In Duitsland kunnen politieke partijen verboden worden als ze een bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde, zoals vastgelegd in artikel 21 van de Duitse grondwet. Het Bundesverfassungsgericht (het Federale Constitutionele Hof) kan een partij verbieden als deze actief streeft naar het ondermijnen van de vrije democratische basisorde. Dit is een strenge toetsing die zelden wordt toegepast. Alleen de bondsregering, de Bondsdag of de Bondsraad kan een verbod aanvragen.