Raad van State: digitaliserende overheid denkt meer aan zichzelf dan aan de burger

Het merendeel van de overheid is flink aan het digitaliseren. Doordat kostenbeheersing en het gemak van het functioneren van de overheid hierbij vaak voorop staan, ondervinden burgers steeds vaker nadelen van deze digitalisering. Dit zorgt ervoor dat de rechtsbescherming van de burger in het geding is, aldus de Raad van State in een ongevraagd advies.

Door Rose-Marie Mühren

Burgers worden steeds vaker geconfronteerd met op basis van algoritmen genomen besluiten, zo waarschuwt de Raad van State. Veel algoritmen werken door statistische verbanden te zoeken en deze zijn bedoeld voor overzichtelijke situaties; verdere omstandigheden worden genegeerd. Zo ontstaat er een zwart-wittegenstelling, terwijl de werkelijkheid uit vele tinten grijs bestaat, aldus de Raad.

Als voorbeeld noemt de Raad de trajectcontroles in 2013 waarbij campers werden aangezien voor vrachtwagens. Omdat vrachtauto’s minder hard mogen rijden, leidde dit tot boetes voor te hard rijden. Voor de onterechte boetes moesten burgers beroep instellen, omdat het ministerie van Veiligheid en Justitie geen mogelijkheid zag om eigenhandig de boetes te corrigeren.

Grootschalige informatie-uitwisseling

Overheidsorganisaties wisselen op steeds grotere schaal informatie uit. Als een gegeven verkeerd in de keten wordt doorgegeven, is dit bijna onuitroeibaar, aldus de Raad. Hier voegt de Raad aan toe dat de systemen niet gebouwd zijn op het corrigeren van individuele gevallen. Dit zorgt voor onevenredige benadeling van individuele burgers.

Motivering en maatwerk

De Raad roept de overheid in het ongevraagd advies onder andere op om besluiten beter de motiveren aan de burger. De burger kan zelf de juistheid van besluiten controleren wanneer de overheid in begrijpelijke taal uitlegt welke regels gebruikt zijn in het algoritme, en welke gegevens zijn overgenomen van andere bestuursorganen. Ook maatwerk blijft bij geautomatiseerde besluitvorming belangrijk. Een menselijke blik blijft nodig om te beoordelen of van de regels moet worden afgeweken, aldus de Raad.