De bouw van het CO2-opslagproject Porthos mag van de Raad van State doorgaan. Met het project wordt CO2 van de industrie uit de Rotterdamse haven getransporteerd en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Omdat dit geen significante gevolgen heeft voor de omliggende natuur heeft de Raad van State geoordeeld dat de milieuvergunning die door de overheid werd verleend niet vernietigd hoeft te worden.
Rechtszaak
Het kabinet wil in 2030 50% van de CO2 reduceren, ten opzichte van het jaar 1990. Opslag van CO2 is een manier om dit doel te behalen. Om Porthos te realiseren dient er een pijpleiding aangelegd te worden waarvoor een natuurvergunning nodig is. Bij de bouw van deze pijpleiding komt stikstof vrij. Milieuorganisatie ‘Mobilisation for the Environment’ (Ookwel: MOB) stelt dat de stikstof terecht kan komen in de Natura 2000-gebieden Solleveld en Kapittelduinen, Westduinpark en Voornes Duin. Daarom heeft MOB een rechtszaak aangespannen om de natuurvergunning te vernietigen.
Raad van State
De Raad van State, de hoogste bestuursrechter van Nederland, oordeelde dat de bouw van Porthos tot een tijdelijke en beperkte stikstofuitstook leidt, maar dat dit geen significante gevolgen heeft voor de omliggende natuur. Daarom mag de milieuvergunning in stand blijven. Ook is Porthos een belangrijke bouwsteen voor het klimaatbeleid in Nederland. Volgens de vertegenwoordiger van MOB is de uitspraak zorgwekkend en had er wetenschappelijk advies ingewonnen moeten worden.