Geert Wilders trekt drie omstreden wetsvoorstellen in, zo heeft hij begin januari aan de Tweede Kamer laten weten. De voorstellen bestaan onder andere uit het bestraffen van islamitische uitingen. Bij aanvang van de kabinetsformatie liet de PVV-leider al weten dat hij zijn toon ten aanzien van controversiële standpunten zou matigen.
Het eerste voorstel is in september 2018 ingediend en heeft tot doel islamitische uitingen te verbieden. Dit moet onder andere gerealiseerd worden door het sluiten van alle Nederlandse moskeeën en islamitische scholen, maar ook door de druk, distributie en verkoop van de koran te verbieden. Dit alles “ten gunste van de bescherming van (…) de Nederlandse democratische rechtsstaat,” zo is te lezen in de memorie van toelichting. In 2019 gaf de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) aan ernstige bezwaren te hebben bij het wetsvoorstel, nu het in strijd is met “wezenlijke uitgangspunten van de democratische rechtsstaat”. Onder andere de godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting worden door het wetsvoorstel geschonden. Daarom adviseerde de Afdeling om van het voorstel af te zien.
Het tweede voorstel strekt ertoe alle personen met een dubbele nationaliteit uit te sluiten van het actieve kiesrecht. Daarnaast mogen alleen personen met de Nederlandse nationaliteit aangesteld en/of benoemd worden als bepaalde ambtsdragers, zoals een minister, burgemeester of commissaris van de Koning. De initiatiefnemers stellen dat “alle stemgerechtigden en personen die een bepaald (politiek) ambt bekleden uitsluitend de Nederlandse belangen behoren te dienen”, en willen hiermee dubbele loyaliteit voorkomen.
Als laatste wordt ook het voorstel ‘administratieve detentie’ ingetrokken. Dit voorstel wil het mogelijk maken om aan personen waarbij onvoldoende bewijs aanwezig is voor een strafrechtelijke vervolging, een bestuurlijke maatregel op te leggen. Dit houdt in dat personen voor maximaal 6 maanden een vrijheidsbenemende maatregel opgelegd kunnen krijgen zonder tussenkomst van een rechter. Deze preventieve maatregel zou de maatschappij beschermen tegen terreuraanslagen van in het bijzonder Jihadgroepen. De Afdeling oordeelde wederom dat het wetsvoorstel “de grenzen van wat in een rechtsstaat aanvaardbaar is ver te buiten gaat.”
Zorgen tijdens de formatie
In de formatiegesprekken staan de zorgen om de rechtsstaat centraal. Met name NSC-leider Pieter Omtzigt heeft meerdere malen duidelijk gemaakt dat hij niet wil regeren met partijen die zich niet aan de Grondwet houden. Ook de andere gesprekpartners VVD en BBB hebben soortgelijke zorgen geuit. Met het intrekken van deze wetsvoorstellen lijkt de PVV tegemoet te komen aan de wensen van de andere partijen. Alhoewel de voorstellen waarschijnlijk nooit een meerderheid zouden halen, geeft Wilders met het intrekken ervan wel een signaal af dat hij bereid is tot concessies. Caroline van der Plas (BBB) vindt het dan ook een “mooie stap voorwaarts”. NSC wil niet op het intrekken van de voorstellen ingaan.